Rustend bollenteler Jan Hopman haalt in zijn serie herinneringen op over de bol
lenteelt in de duinen. (Red.)
J. Hopman
BOLLENTEELT OP DE EGMONDSE GEESTGRONDEN (4)
De laatste jaren hoort men natuurbeheerders van het duingebied vaak ver
kondigen, dat de door overbemesting ontstane humuslaag op duinlandjes
die tot zo'n twintig jaar geleden nog in gebruik zijn geweest, verwijderd
moet worden. Doel is de oorspronkelijke, magere grond weer terug te krij
gen om de oude duinvegetatie weer kansen te bieden.
Dat brengt mij ertoe iets te vertellen over het ontginnen van duinterrein tus
sen 1900 en 1950. Tot voor de oorlog werd in het duingebied even ten zui
den van Bergen aan Zee nog land ontgonnen. Ervaren mannen zochten niet
zo ver van de zeeduinen de vlakke stukken uit. Eerst werden de aanwezige
doornstruiken verbrand. De andere ruige gedeelten werden zonder verbran
ding omgespit. Dat leverde meer humus op.
Waarom gebeurde dat zo dicht mogelijk achter de zeereep? Het schijnt zo
te zijn, dat het nodige fosfaat en ook nitraat met storm over het duin vanuit
zee worden aangevoerd. Daarom zullen de plannen van de natuurbeheer
ders wel tot mislukken gedoemd zijn. Onze ervaring is, dat na enkele jaren
de braamstruiken weer de overhand zullen krijgen!
Op de nieuw ontgonnen landjes werden eerst aardappels geteeld. Deze
duinzandaardappels waren in Amsterdam veel gevraagd. Tijdens de vakan
tie moest iedereen assisteren (zie afb. 18)
Families sloten een soort samenwerkingsverband. Zo werd er ook een tracé
voor een weg dwars door een duin heen gelegd, naar het land dat wij De
derde paal noemden. Het liep langs Transvaal tot de grens van Egmond.
De grond daar werd door de familie De Groot (De Bels) gepacht. Er was
ook een pad dat van Egmond aan Zee liep naar Amerika. Daar stond de
grenspaal tussen Egmond en Bergen, oftewel tussen het grondgebied van
Six en Van Reenen. In december 1939 moesten wij bij strenge vorst door
een duin heen graven. Het was niet zo moeilijk, want het zand moest met
Geestgronden, 5 (1998). nr. 3/4
85