Anita van Breugel, als monumentendeskundige werkzaam bij de gemeente
Egmond. belicht op persoonlijke titel voor Geestgronden aan de hand van bui
tenlandse, Nederlandse en Egmondse voorbeelden, of en zo ja in hoeverre
gebouwen van macht getuigen. (Red.)
A.M. van Breugel
ARCHITECTUUR EN MACHT
Architectuur vertelt een verhaal, en dat is veelal ook het verhaal van de
macht. De Duitse wetenschapper Wolfgang Braunfels heeft in zijn boek
Abendlandische Stadtbaukunst. Herrschaftsform und Baugestalt (Köln,
1977) aangegeven dat uit de architectuur van een stad of dorp veel is af te
lezen van vroegere - en soms zelfs nog van actuele - machtsverhoudingen.
In zijn boek doet hij dat aan de hand van een aantal Europese steden. Het
blijkt dat zijn theorie niet alleen voor grote steden geldt, maar op alle
niveaus is door te trekken en zelfs geldt voor kleinere dorpen zoals Eg-
mond. Eerst wil ik proberen dit verschijnsel in de architectuur te verduide
lijken met een aantal voorbeelden uit het boek van Braunfels. Daarna zal ik
aan de hand van Egmondse gebouwen iets over de afleesbare machtsver
houdingen alhier vertellen.
De taal van de architectuur
Een gebouw is op te vatten als een uiting van degene die wil bouwen of laat
bouwen. Iemand die iets bouwt, kiest voor een vorm waarmee hij of zij
zich kan identificeren. Zo is de verschijningsvorm van een stad of dorp ook
een uiting van degenen die er heersen of hebben geheerst. Machthebbers
hadden en hebben - vaak onbewust - een verlangen om een bepaalde ideo
logie, levenshouding of politiek in de gebouwde omgeving tot uiting te
brengen. Nergens is dit formeel erkend of vastgelegd, maar het is een psy
chologisch gegeven dat zich - als de beschouwer zich er eenmaal van
bewust is - voor interpretatie leent. Welke middelen of combinatie van mid
delen hanteerde de architectuur om dat doel te bereiken'?
Vaticaanstad
Een voorbeeld waar duidelijk gewerkt is met de taal van de architectuur is
de stad Rome en dan met name Vaticaanstad. Hier is een sterke invloed
merkbaar van de religieuze macht van het pauselijk gezag. De Sint Pieters-
72
Geestgronden, 5 (1998), nr. 3/4