Kees Blaauboer uit Egmond aan Zee beschrijft aan de hand van een aardige brief
van zijn vader, hoe deze, timmerman, in de tweede wereldoorlog tot postbestel-
ler werd benoemd en in die hoedanigheid de Sammerpolder en Egmondermeer
bestreek. Ook in het poldergebied hebben sindsdien de nodige veranderingen
plaatsgevonden. Opmerkelijk is het grote aantal branden. (Red.)
C. Blaauboer
POSTBODE VAN DAG TOT DAG
Vroeger werden veel nieuwtjes door middel van briefpost uitgewisseld.
Veel andere mogelijkheden waren er niet, als mensen op enige afstand van
elkaar woonden. Telefoon was nog een schaars goed en communicatiemid
delen als fax en E-mail waren nog niet beschikbaar.
Binnen de familie Blaauboer zijn veel brieven bewaard gebleven. Het is interes
sant deze vele jaren later door te nemen en de nieuwtjes van weleer over de
familie, het dorp en vele andere zaken die hadden plaatsgevonden door te lezen.
Zo schreef mijn vader Gerrit Blaauboer (1893-1984) in oktober 1944 aan
zijn vader en moeder in Hilversum. De brief ging onder meer over de
Sammerpolder en de Egmondermeer.
Eerst zal ik uitleggen wat voor binding de familie Blaauboer uit Egmond
aan Zee met de Egmondermeer heeft. Begin 1900 woonde op de boerderij
Zuidermeer aan de Hoevervaart ene Joannis Nagelhout. Hij was getrouwd met
Grietje Blaauboer (1852-1921) en zij was een zuster van mijn opa Jogchem
Blaauboer (1866-1947). Mijn vader Gerrit moest dus 'tante Grietje' zeggen.
In zijn jeugdjaren ging hij veel op de boerderij logeren. Dan liep hij van
Egmond aan Zee, over de dijk langs de Hoevervaart naar boerderij Zuider
meerook wel genoemd de boerderij van Nagelhout. Hij vermaakte zich in
de stal en op het land met de beesten, speelde bij het water aan de slootkant
en hielp hier en daar een beetje mee. Opgetogen kon hij vertellen, hoe hij
met zijn oom mee mocht rijden met paard-en-wagen en over de Kalkovens-
weg richting Alkmaar naar de veemarkt op het Waagplein. Na gedane
zaken werd er opgestoken in Valks lunchroom (op de hoek van de
Magdalenenstraat). Hij werd onthaald op heerlijke warme kadetten met
grote klonten roomboter en suiker ertussen, zodat de smeltende boter langs
zijn vingers liep. Ook andere boeren deden zich er tegoed aan. De lunch
room stond in die tijd dan ook bekend als het 'boerenvreethuis'...
Geestgronden, 5 (1998), nr. 2
43