Vol. 81. N°«52.
Afb. 5: Het ex-libris op de kaart is van
York, de aanvoerder van de Britse troepen
in de oorlog in Noord-Holland (1799)
(foto Cor Oorthuijsen)
York, zoals we hem gemakshalve zullen noemen, was de tweede zoon van
koning George III, over wie elk Brits schoolkind leert dat hij niet helemaal
goed bij zijn hoofd was. Diens oudste zoon zou in 1820 gekroond worden
als George IV. Deze vorst staat te boek als een van de meest immorele
koningen die ooit op de Britse troon hebben gezeten. Zijn broer, de hertog
van York, was een hartelijke, enthousiaste man, maar ook al een slechte
echtgenoot. Hij bracht het in het Britse leger tot veldmaarschalk, maar dui
delijk meer door zijn afkomst dan door zijn militaire kwaliteiten. Van
Nederlandse zijde heeft men hem gekarakteriseerd als onbekwaam, beslui
teloos en eigenzinnig. Een Engelse auteur zei het onlangs iets vriendelijker:
he needed supervision as a military leader' (hij had als militair leider
toezicht nodig).
York kwam in 1799 aan het hoofd te staan van de Britse en Russische troe
pen die in augustus van dat jaar een landing uitvoerden in de kop van
Noord-Holland (zie ook Geestgronden 1996, jrg. 3, nr. 3/4). Deze begon
op 27 augustus bij Groote Keeten, maar York was toen nog niet aanwezig.
Hij kwam pas op 3 september, nadat er een behoorlijk bruggenhoofd was
gevormd. Zijn voorlopig hoofdkwartier vestigde hij in Schagerbrug.
40 Geestgronden, 5 (1998), nr. 2