Piet Mooy (66). geboren Egmond-Binder en al meer dan dertig jaar wonend op
Terschelling, zet zijn in Geestgronden jrg. 4, nr. 3/4 (december 1997) begon
nen verhalen over vroeger voort. (Red.)
P.C. Mooy
HERINNERINGEN VAN EEN OUD-EGMOND-BINDER AAN DE
TWEEDE WERELDOORLOG
Het begon allemaal met de mobilisatie in augustus 1939. Van de gemeente
kregen we een stencil waarin ons werd verzocht op zolder een emmer zand,
een emmer water, schep en dweil neer te zetten om in geval van brand door
brandbommen de zaak meteen te kunnen blussen.
In de vroege ochtend van 10 mei 1940 vlogen de bommenwerpers zo laag
dat je de piloot kon zien zitten. Zij hadden hun bommen gelost boven het
vliegveld van Bergen. De daar gelegerde soldaten konden niets doen, want
toen zij de munitiekisten te voorschijn haalden bleek daar zand in te zitten;
in plaats van kogels voor het afweergeschut. De volgende dag kwamen
evacués uit Loosdrecht aan, die hier ingekwartierd werden. Zij hadden hun
huizen moeten verlaten, omdat die binnen de waterlinie lagen. Op 14 mei
volgde de capitulatie, de Loosdrechters konden weer naar huis en de Duitsers
vorderden stallen en de barakken van het voormalige werklozenkamp, gele
gen achter het jachthuis tegen de nollen van Vredesteijn. (Voor de oorlog
waren hier werkloze jongeren ondergebracht die onder de leiding van Jan
Sneekes uit de Langedijk de nieuwe boerderij van de abdij aan de Venne-
watersweg bouwden.) In de barakken werd paardenvolk gehuisvest en de
paarden werden gestald in schuren van de omliggende boerderijen. In de
duinen werden mijnenvelden aangelegd. Verder kreeg het landschap een
heel ander aanzien door de Duitse oorlogsmaatregelen. Vanaf het Woud tot
voorbij de Zanddijk werd een tankgracht gegraven. In de Hoeverweg en de
Zeeweg werd deze onderbroken door zware betonnen muren en uitsteeksels
in het beton met ijzeren punten. De Vennewatersweg werd zo'n 40 meter
ten oosten van het Molenhuis doorgestoken. Eerst werd een houten loop
bruggetje gemaakt, maar dit werd later weer verwijderd en vervangen door
een vlet, die je langs een ketting over de gracht trok, om de tocht van of
naar Heiloo te kunnen voortzetten.
nr. 1
Geestgronden. 5 (1998), nr. 1
3