Veel mensen zullen zich afvragen, waarom er juist diep gespit moest wor
den bij de bollenteelt. Dit werd vooral gedaan om verse grond te krijgen en
om ziektes te voorkomen, alsook om het onkruid te bestrijden. Bij het twee
steek spitten werd de tweede steek afgeschuimd (afgevlakt door grond weg
te halen) en naar boven gewerkt. Bij het drie steek spitten werd de voe
dingslaag ongeveer één meter. Daardoor werd het wortelgestel sterker en
ging het dieper de grond in. In het duingebied had je minder last van ver
droging. Er moest echter wel weer opnieuw goed bemest worden met oude
koemest: één kruiwagen per Rijnlandse roede (ongeveer 14 m2).
Een voorbeeld van drie steek spitten toont afbeelding 17. Men is hier dui
delijk bezig om zuivere zandgrond naar boven te werken: een goede,
vruchtbare humusgrond voor groenteteelt wordt naar onderen gewerkt,
omdat die grond veel ziektekiemen kon bevatten, zoals fusarium. Dit land
was nog niet eerder voor bollengrond gebruikt (en dus nog nooit zo diep
omgewerkt), wel voor groenteteelt.
Afb. 17: Op deze foto uit het eind van de jaren vijftig zijn vier diepspitters duide
lijk herkenbaar: Jaap Hopman. Joop Heddes, Joop Hopman en Frans Hilbers. Op
de achtergrond is het huis van J. van der Pol te zien. Vroeger was dit land weide
land. Nu staan daar de huizen van het plan Slot I. Het hoorde bij een boerderij aan
de Slotweg, die het laatst werd bewoond door de familie Sprenkeling
88
Geestgronden, 4 1997), nr. 3/4