E.J. Brommet
LAMORAAL VAN EGMONT
i
Toespraak bij de overdracht van het standbeeld van Lamoraal
i Dames en heren,
Wie zich enigszins verdiept in de figuur van graaf Lamoraal van Egmont en
in de tijd waarin hij leefde, kan niet anders dan tot de conclusie komen dat
hij veel minder een vrijheidsstrijder was dan de legendevorming na zijn
voortijdige dood van hem gemaakt heeft. Want voorzover hij voor de vrij
heid vocht, ging dat vooral om zijn eigen vrijheid en die van zijn collega-
edellieden. die zich verzetten tegen de centralisatie van het bestuur, die
door Philips II in navolging van zijn vader Karei V in verhevigde mate
werd doorgezet.
In zo'n proces van centralisatie van bestuur speelde in een periode waarin
Kerk en Staat nog zeer nauw met elkaar waren verheven, de eenheid van
godsdienst een rol van cruciale betekenis.
In dat licht moet dan ook de harde onderdrukking van het opkomend pro
testantisme door middel van bloedraad en inquisitie worden gezien.
Lamoraal probeerde slechts door middel van diplomatie enerzijds de hard
heid van de onderdrukking te verzachten, en zijn koning tot enige tolerantie
van het protestantisme te bewegen; en anderzijds de groeperingen, die zich
tot het protestantisme hadden bekeerd, over te halen tot niet al te uitdagen
de activiteit.
Op die manier probeerde hij eigenlijk een soort vredestichter te zijn in
dienst van zijn vorst.
Het feit, dat hij zich daarnaast verzette tegen het centraliseren van het open
baar bestuur, omdat dat een achteruitstelling betekende in de feodale heer
schappij die men gedurende lange tijd daarvoor gewend was geweest, is
minder bekend gebleven. Centralisatie betekende immers dat de edelen
geen werkelijk actief deel meer uitmaakten van de regering, maar werden
gereduceerd tot hooggeplaatste dienaren van het centraal gezag.
Toch kan ik mij voorstellen, dat het dit verzet was dat voor Philips II een
Geestgronden, 4 (1997), nr. 3/4
79