aan den weg door een der ambtenaren van mijn Dienst vond deze het
draaihek aan de zijde van den Vennewatersweg geopend en ontmoette hij
op het pad een ingezetene van het dorp, die verklaardedat hij reeds onge
veer vijf jaren dagelijks van het pad gebruik maakt en ook vóór dien tijd
vaak over het pad geloopen heeft. Nimmer was hem de toegang bemoeilijkt
of verboden. Ten Raadhuize inlichtingen omtrent het pad vragende, herin
nerde de veldwachter zich, dat enkele jaren geleden een paar bordjes bij
het pad waren geplaatst met het opschrift: "Verboden Toegang', en er ook
eenige versperring met prikkeldraad was aangebracht. Op zijne aan den
bewoner der boerderij gerichte vraag of hij ook politie-toezicht moest uit
oefenen, werd hem ontkennend geantwoord. Ten huize van den bewoner der
boerderij vertelde men, dat de bordjes met prikkeldraadversperring eenige
jaren geleden op last van den tegenwoordigen eigenaar waren aange
bracht, doch dat het pad daarna steeds als voetpad is gebruikt gebleven,
evenals dit onder vroegere eigenaren het geval was, d.w.z. vrij voor voet
gangers en met gedoogen voor voertuigen. "6
Afb. 3: Zoals uit deze opname blijkt is het witte huisje op de hoek, op afbeelding 2
tegen de ringmuur van het vroegere abdijterrein aangebouwd, (foto uit: A.H.L.
Hensen. Jan Stuyt, G. Th. van den Bosch. De Abdij van St. Adelbert te Egmond,
Hare lotgevallen, Een proeve van reconstructie. Naar de wederopluiking.
Amsterdam. 1928, p. 77.)
Geestgronden, 4 1997), nr. 2
35
