compromis voor het bezwaarschrift van de stichting tegen de openbaarheid van dit laatste pad in te trekken... De provincie ging hiermee akkoord. En zo moest het ene pad voor het andere het veld ruimen. Padhandel dus. Op de overzichtskaart van de Ligger der wegen werd het Voetpad over 't Klooster eenvoudigweg doorgestreept, conform het besluit van GS op 21 maart 1917 (zie Geestgronden, jrg.4, nr. 1 afb. 2 )9 Landpad over de Wingerd Een ander geliefd afstekertje voor de Binders was het Landpad over de Wingerd tussen het Luilaantje en de Weg naar de Oude Schulpstet (voor dien ook wel Doelen- of Schulpweg geheten), in aansluiting op de Noordvelderweg. Of eigenlijk het Pad over de Wingerd en het Landpad over de Wingerdwant in de Ligger der wegen uit 1916 was het feitelijk in twee delen opgesplitst, onder nr. 23 en 24.'° Het eerste deel, nr. 23 lag nog in de bebouwde kom en begon heel breed (8.70 m) bij de 'stolp' van de voormalige kaasfabriek Kennemerland (gebouwd in 1904. tegenwoordig expeditiebedrijf Jan Bakker, zie Geestgronden, jrg.4, nr. 1 afb. 4 Het was slechts 37 meter lang en versmalde zich aan het eind tot 1.50 meter. Daar gaf een 'houten dwarshek met poortje' toegang tot het tweede deel, het gelijknamige Landpad, nr. 24 - 188 m lang, eveneens een 'groene weg' (of 'notweg' zoals het in 18e eeuwse transportaktes genoemd werd), maar veel smaller; van 1.50 m tot slechts 35 cm. Dat zal dan wel de loopplank over de dorpsbeek vlak voor de Doelenweg geweest zijn, op 186 meter. Sommige Binders hebben daar nog herinneringen aan. Aatje van den Berg- Hardebol (geboren 1918) te Oldenzaal: "Ja, daar op het eind had je zo'n smalle plank; daar ben ik een keer van afgevallen, met fiets en al. Naar hoor, ik was helemaal nat! Dat pad over de Wingerd begon namelijk heel breed, opzij van de kaasfabriek, maar na het huis van de gebroeders Baay werd het steeds smaller. Ik gebruikte het vaak om van mijn vaders boerderij in de Peperstraat (mijn zuster Mar woont daar nog met haar man Arie de Groot) via de Krijt en het Luilaantje naar zijn akkertjes aan de Noord velderweg te komen. Om koffie te brengen of mee te helpen met sperziebo nen plukken of bollen koppen. Zo kon je een heel stuk afsnijden. Dat moet in de jaren '30 en '40 geweest zijn; in '46 ben ik met mijn man (Cor van den Berg, 1911-1983, V.M.) uit Egmond vertrokken. Die naam 'Wingerd' (oftewel 'wijngaard', V.M.) kan ik niet verklaren. Wijnstokken heb ik daar nooit gezien hoor - wèl wat fruitbomen, tuinderijen, bollenveldjes en zo. "I2 Geestgronden, 4 (1997), nr. 2 37

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 1997 | | pagina 11