Afb. 4: Wilhelmus Liefting, bewoner van het laatste muurhuisje aan de Weg naar het klooster (foto uit: A.G.P. Sminia-Wouters, S.P.A. Zuurbier, De Castricumse familie... Lieftingin: Oud- Castricum, 14e Jaarhoekje 1991, pag. 44). Tevens bleek dat het pad al op het oorspronkelijke minuutplan der kada strale kaart van 1820 en op de topografische bladen van 1858, 1877 en 1892 stond.7 Voor de Hoofdingenieur lag de zaak duidelijk: deze 'eigen weg' bestond al heel lang, werd regelmatig gebruikt, was feitelijk openbaar en mocht daarom niet van het ontwerp van de Ligger der wegen8 afgehaald worden. Hij adviseerde GS daarom het bezwaar van de Sint Adelbert- stichting, sinds 1911 eigenaar van de boerderijgronden ongegrond te ver klaren. Het bestuur van deze stichting, toentertijd gevestigd in de benedic tijner Abdij van Sint Paulus te Oosterhout, had namelijk in een brief van 14 oktober 1916 aan GS gevraagd het pad van de ligger af te voeren. Met als argument: de dorpelingen worden weliswaar gedoogd, maar het zou toch van stank voor dank getuigen als dit nu geformaliseerd werd. Kennelijk sloeg dit argument bij het gemeentebestuur van Egmond-Binnen wèl aan: in een brief van 24 november 1916 gaf het de stichting gelijk en relativeer de het belang van dit afsteekje voor de voetganger: het leverde slechts 10 minuten tijdwinst op. Vijf dagen later gebeurde er iets ongehoords: er werd buiten de normale procedure om een speciale hoorzitting gehouden op het provinciehuis in Haarlem. Hier onthulde de advocaat van de stichting dat het bestuur vooral tegen de openbaarheid van dit pad gekant was omdat zoiets 'eventuele bouwplannen van de stichting in de weg zou staan'. Hier kwam dus de aap uit de mouw: de benedictijnen wilden de abdij herbou wen op het boerderijterrein en niet gebonden worden aan onomkeerbare besluiten over de openbaarheid van de aan- en afvoerweg. De advocaat erkende dat zulke argumenten niet opgingen voor de andere weg op de ont- werp-ligger, het Voetpad over de Groote Weide. Hier woog het openbaar belang zwaarder dan het private van de stichting. Hij stelde daarom als 36 Geestgronden, 4 (1997), nr. 2

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 1997 | | pagina 10