't Krijt, het middeleeuwse toernooiveld en ooit zo lommerrijke dorpsplein
waar raadhuisje en school stonden - op de hoek van de huidige Boon-
akkersteeg en Kloosterweg. Hier, in Hallem (het latere Egmond-Binnen)
begon men op last van de grafelijke abdij vermoedelijk rond het jaar 950
met het graven van de vaart.
Aan de zuidkant bij de huidige begraafplaats van de abdij ligt de plek waar
karrenvoerders hun ladingen losten zodat vracht in schuiten overgeladen
kon worden. Dat was dus de losplaats ofwel het Stet. Daaraan lag het
Binderhaventje. Hiervandaan groef men eerst oostwaarts om na zo'n 250
meter in een haakse bocht noordwaarts te gaan. bijna in het verlengde van
de Hogedijk. Hier trok men de Oude Vaartzoals die op oude kaarten
genoemd wordt, in een haakse bocht naar het oosten om hem zo te laten
samenlopen met de snelstromende en waterrijke Beek van het dorp.'1 Deze
kwam regelrecht uit de duinen zetten om vanaf boerderij Westert (nu café
restaurant De Boerewageneven voor de ingang van het PWN-duinterrein)
langs de Oude Schulpweg naar De Doelen (waar de plaatselijke schutterij
oefende) te stromen. Aan het eind hiervan lag het Schulpstet waar de schel
pen gelost werden. Een oude veldnaam als Kalkweidje herinnert daaraan,
evenals een schelpenrijke verhoging in het brede wegtalud van het verleng
de van de Doelen (de Schulpweg), ter hoogte van 't Metewegje. Vanaf dit
tweede Binderhaventje leidde men de verbrede en uitgediepte beek (hier
later Schulpvaart genoemd) in een flauwe bocht naar het noord-oosten.
Rond 1530 vermoedelijk is het Slijckland ofwel slikland ten oosten van
bovengenoemde Oude Vaart als 'aanwas' door de abdij afgewaterd en inge
polderd. Toen is er om dit nieuwland heen nog een meer oostelijke tak van
de vaart gegraven. Die sloot aan op het (Egmonder) Vennewater. Dat kwam
van de vroegere Vennewatersmolen, ter plaatse van het gemaal aan de hui
dige Vennewatersweg.
Sindsdien liep de Bindervaart met z'n jaagpad dus vanaf 't Krijt zonder
haakse bochten direct naar het oosten om daar het veenwatertje in de vaart
der volkeren op te stuwen. En in aansluiting daarop is ook het Voetpad
langs Egmonderbinnervaart als openbaar voetpad in de achtereenvolgende
wegenregisters geboekstaafd, 4231 meter lang en 2 tot 7.75 meter breed.7
Op 297 meter tekende de landmeter op de wegenkaart van 1916 precies de
plek in, waar de Oude Vaart ofwel Schulpvaart de Nieuwe Bindervaart
6
Geestgronden. 4 (1997), nr. 1