Er zijn meer punten die twijfel zaaien. Een vluchtgang moet geheim zijn. Anders kan hij zijn functie niet vervullen. De gang moet voor 1573. het jaar van de verwoesting van de abdij zijn gebouwd. Het was onmogelijk in die tijd in het geheim een dusdanig groot werk uit te voeren. Daar zouden vij anden als de heren van Egmont zeker weet van gehad hebben. Een ander punt is, dat buiten de Abdijlaan nooit resten van gangen gevon den zijn. Egmondverzamelaar Jan Lute heeft in zijn jonge jaren zelf op zijn manier nog enig onderzoek verricht. Zo las ik in een interview, dat hij er 's avonds met een vriend op uit ging om overal waar geen bebouwing was met een lange ijzeren pen in de grond te prikken, om zodoende de gewel ven die er moesten zijn, te ontdekken. Zonder resultaat. "Wel kwamen zij op een keer op een plaats waar het hol klonk. Vol verwachting lieten zij de staaf een paar maal op en neer gaan. Een fontein van water was het gevolg. De gang bleek een waterleidingbuis." (Noordhollands Dagblad, 19 april 1980). Daarna werd deze manier van onderzoek gestaakt. Ook bij recente grote werken, zoals bij de aanleg van de randweg rond Egmond-Binnen en een duinwaterleiding zijn geen gangresten gevonden. Wat zijn het dan wel voor ruimtes? En waarom treffen we ze alleen bij de Abdijlaan aan? De Abdijlaan is het hoogste en droogste deel van het dorp. De 70 meter noorderlijk, evenwijdig aan de laan gelegen Boonakkersteeg ligt al twee meter lager! Aan de Langestraat of Kerkestraat woonden ook de meer gegoede mensen. Zij konden dus 'op het droge' de naar verhouding dure kelders bouwen." Maar wat betekenen dan die dichtgemetselde doorloopopeningen in som mige kopwanden? In lange kelders werden om de 4 a 5 meter tussenwan den gemetseld om de druk op de langswanden op te vangen: steunwanden. Hierin werden openingen gespaard om van het ene naar het andere deel van de kelder te kunnen komen. In een latere fase werden de grote herenhuizen vervangen door kleinere woningen. Door het dichtmetselen van de openin gen had iedere woning haar eigen kelder. Hoe komen dan die stenen met inscripties in de kelders terecht? Na de ver woesting van de abdij in 1573 is de ruïne eeuwenlang een goedkope bron voor bouwmaterialen geweest?' Ook stenen met inscripties of reliëfs waren bruikbare bouwmaterialen. 6 Geestgronden, 3 (1996), nr. I

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 1996 | | pagina 8