Ger Doets uit Egmond-Binnen brengt dankzij een gedegen onderzoek ter plaatse,
wat de redactie van Geestgronden betreft voorgoed klaarheid in de kwestie, of
er ooit een onderaardse gang van de Abdij van Egmond naar de Adelbertusakker
heeft gelopen. De schrijver woont vanaf 1971 in Egmond-Binnen. (Red.)
G. A. Doets
GANGEN OF KELDERS LANGS DE ABDIJLAAN
Meerdere oude Egmond-Binders kunnen je het 'met zekerheid' vertellen:
"Er loopt een (vlucht)gang onder de Abdijlaan van de Abdij naar het
Adelbertusputje in de West." Zo lang ik hier woon hebben deze verhalen
mij geïnteresseerd. Hoe komen deze verhalen in de wereld? Of is het waar?
In de Abdijlaan zijn onder diverse panden grote kelders aangetroffen. Ze
hadden of hebben ongeveer dezelfde afmetingen in hoogte (in het midden
circa twee meter) en breedte (circa drie meter) en dezelfde gewelfde pla
fonds. In sommige kopwanden zijn (in een latere fase?) dichtgemetselde
doorloopopeningen aanwezig. Zie je wel, ze waren met elkaar verbonden!
Een gang!
In de kelders zijn soms stenen aangetroffen met inscripties of reliëfs die op
de abdij betrekking hadden. Dus een gang van de abdij! En de Abdijlaan
loopt van de abdij richting Adelbertusputje. Een gewone gang had geen zin.
Er waren immers goede wegen. Dus zie je wel, een vluchtgang naar het
Adelbertusputje!
Als je er verder induikt, is dit verhaal echter te beschouwen als dorpsfanta
sie. Op afbeelding 1 zijn de kadasternummers aan de Langestraat of
Kerkstraat, de huidige Abdijlaan, van die percelen onderstreept waar kel
ders aangetroffen zijn. Ter verduidelijking zijn in figuur 1 wat meer details
aangegeven.
Geestgronden, 2 (1995), nr. 1
3