Op 9 december vond bij boekhandel Dekker Dekker in Egmond aan Zee de
presentatie van de roman Aardse getijden van de auteur Theresia van de Zande
plaats. Het magisch realistisch verhaal speelt in twee werkelijkheden; die van
Egmond-Binnen anno nu en die van het vroeg-middeleeuwse Egmond en
Hallem. De schrijfster is erin geslaagd een beeld op te roepen van middeleeuws
Egmond zoals het geweest kan zijn. Een historische plek als de Adelbertusakker
gaat er meer door leven. Speciaal voor Geestgronden belicht de schrijfster,
welke bronnen zij voor haar werk heeft geraadpleegd. (Red.)
T. van de Zande
MIDDELEEUWS EGMOND IN ROMANVORM
Als je vanuit de richting Castricum naar Egmond rijdt, doemt op een gege
ven moment de Adelbertabdij als een baken in het landschap op. Robuust
aandoende gebouwen met een middeleeuws karakter, die aan de ene zijde
uitkijken op het polderlandschap en aan de andere zijde op het dorp
Egmond-Binnen en de duinen. Zo'n abdij oefent aantrekkingskracht op mij
uit. De ogenschijnlijke tijdloosheid, de omringende stilte, de vele voetstap
pen die generaties monniken gezet hebben in de beslotenheid van hun orde;
dat alles spreekt zeer tot mijn verbeelding.
Totdat ik met het schrijven van Aardse getijden begon had ik me echter nog
nooit in de historie van de abdij van Egmond verdiept. Dat veranderde toen
ik de figuur van Sint Adelbertus een rol wilde laten spelen in mijn roman
ten einde het leven in de vroege middeleeuwen in te kleuren. Ik zal een
overzicht geven van de bronnen die onontbeerlijk bleken te zijn om voor
mij de geschiedenis van Egmond tot leven te laten komen.
1Het eerste boekje dat ik las was St. Adelbert. Patroon van Egmond door
Dom. P. Andriessen, abt van Egmond; een uitgave van Vrienden van
Egmondgedrukt door S. Deutekom, Heiloo. Hierin wordt in het kort de
geschiedenis van de schutspatroon van Egmond en de verering van zijn
persoon beschreven.
2) Egmond en zijn abdij door J. Hof, monnik van Egmond. Druk Belleman
Egmond 1978. Dit boekje geeft een wat uitgebreider overzicht van de his
torische feiten en gissingen. Er staat een pentekening in van de Abdij van
Geestgronden, 2 (1995), nr. 1
13