De behaalde winst over 1898 - 1800,- - werd gebruikt voor de afschrijving van de verloren gegane netten, zodat geen dividend over de aandelen werd uitgekeerd, wat in de twee voorgaande jaren wel het geval was. Op 6 en 21 december 1899 worden buitengewone aandeelhouders vergaderingen uit geschreven. In de laatste vergadering wordt tot liquidatie van de Egmondsche Zeevisscherij Vereeniging besloten. Hoe de visserij dat jaar is geweest wordt nergens vermeld. De grote schuiten EG 1, EG 4 en EG 8 hebben nog wel aan de haringvisserij deelgenomen, de besommingen zijn niet bekend. Begin 1900 werden de schuiten verkocht, de EG 1 naar Scheveningen. de EG 3, 4 en 8 naar Katwijk en de EG 9 naar Den Helder. De EG 5 werd gesloopt. De Egmondse vissersbevolking treurde niet en monsterde - als zo velen voor hen al gedaan hadden - elders op de vloot. Klaas Wijker (Klaas van Aal) vertelde mij beginjaren tachtig, dat schipper Job de Groot Joh de Rover) de laatste Egmondse schuit naar de nieuwe eigenaar in Katwijk had gebracht. Uit naamlijsten van rederijen en schepen in het Visserijmuseum in Vlaardingen maakte ik enige jaren later inderdaad op. dat de EG 8 Eendrachtper januari 1900 verkocht was aan N. Haasnoot te Katwijk. De nieuwe naam was Volharding KW 58 en de schipper heette Job de Groot. De schuit was tot 1906 in de vaart. Afb. 18: De Katwijk 58, voorheen de EG 8 Eendracht (Foto Verzameling Jan Sander) 64 Geestgronden, 2 (1995), nr. 2/3

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 1995 | | pagina 42