Vanwege al deze tegenspoed werden de EG 24 en EG 26 op het eind van
het jaar verkocht naar Scheveningen of Zandvoort, zodat alleen de EG 19
in deze rederij overbleef.
Afb. 17: De kleine bomschuit EG 26 Jacoha Jolianna. Op deze schuit was
Jacob Glas Jaepie Jaepié) de schipper. (Foto Jonker)
De E.Z.V.V. breidde op het eind van het jaar de vloot uit met de aankoop
van een Zandvoortse schuit, deze werd ingeschreven als EG 9, de Vrouw
Gerretje, tevens was er een nieuwe schuit voor deze rederij in aanbouw.
De laatste jaren
In januari 1897 vangt de kantvisserij weer aan met vijf grote schuiten en
een kleine schuit. Meestal werd er pas na 2 februari, als alle afrekeningen
hadden plaats gevonden, weer begonnen met vissen. De visserij was
dusdanig schraal, dat de oude EG 5 en EG 19 in juli werden opgelegd.
Beide schuiten besomden om en nabij de duizend gulden.
De EG 19 van de weduwe Conijn werd later dat jaar naar Zandvoort
62
Geestgronden, 2 (1995), nr. 2/i