ingericht voor de kantvisserij. Daarna werd de EG 4 - Volharding -
gebouwd, bestemd voor de haringvisserij. Hoe het een en ander
gefinancierd werd is niet op te maken uit de beschikbare bronnen. Volgens
de Scheveninger bomschuit-historicus J. B. van der Ende. die bij een
bezoek aan de Egmonden in 1958 de Abt van de Abdij en W. van
Eenenaam (destijds onderwijzer/directeur van de Egmondsche
Visscherijschool) sprak, waren er enkele gegoede burgers die geld bijeen
hadden gebracht. Volgens informatie bij een bomschuitmodel van de EG 4
in de Prins Hendrik Stichting wordt in dit verband de naam van Pastoor
Van Vlijmen, (destijds nog kapelaan) genoemd. Ook wordt er gesproken
van een liefdadigheidsvisserijomdat deze eerste stappen tot herstel van de
Egmondse visserij op filantropische leest geschoeid waren. Hoe het ook zij,
de commissieleden werkten dit eerste jaar gratis. Lichte werkzaamheden
aan de wal en aan de schuiten werden door de Verpleegden van de Prins
Hendrik Stichting verricht.
Op 4 juli 1896 werd de commissie omgezet in de N.V. de Egmondsche
Zeevisscherij Vereeniging (E.Z.V.V) Hierin zaten de heren G. E. A. van
Hall, directeur van de Prins Hendrik Stichting, G. Ruigewaard,
bouwkundige. J. van der Pol. gemeente-ontvanger en voordien eigenaar
van de MorgensterG. van der Schinkel, koopman en N. Zwart Pzn.,
winkelier en voormalig eigenaar van De drie Gebroeders EG 39.
Het aandelenkapitaal bedroeg 30.000,- in 120 aandelen van 250,-. In
september 1896 moesten er nog 48 worden geplaatst. De door de
comparanten ingebrachte vier schuiten, die waren voorzien van een dubbel
stel zeilen en al het benodigde voor de visserij, werden getaxeerd en in
assurantie genomen voor een waarde van 18.500,- waarvan de vleet met
toebehoren van de EG 4 (1896) alleen al verzekerd werd tegen de
faktuurwaarde (koopwaarde) van f5.000!
Als een soort laatste redmiddel voor de Egmondse visserij hadden de
commissarissen besloten ook aan de haringvisserij deel te nemen,
aangezien te Scheveningen en te Katwijk in de loop der jaren een bloeiend
haringvisserijbedrijf was onstaan. Op deze vloot voer menige Egmonder.
Begin juni 1896 voer de EG 4 Volharding onder schipper Gerrit Buis Cz.
voor de eerste maal uit en wist op deze reis 1752,50 te besommen. Voor
die tijd was dit zeker geen slecht resultaat!
De EG 3 Willem kwam in het begin van het jaar 1896 in de vaart als
60
Geestgronden, 2 1995), nr. 2/3