afbeelding voor het eerst onder ogen kreeg herkende ik de locatie niet
onmiddellijk, aangezien Hitchcock het aangrenzende rijtje panden
eenvoudig had weggelaten, teneinde op die manier een doorkijkje te
creëren naar een weidelandschap met een (niet bestaande) molen.
Ongetwijfeld speelden commerciële motieven bij dit soort serie
schilderijen een rol. Of dat laatste ook het geval was bij het nogal
raadselachtige tafereel van The Vanquished - een verslagen ridder te paard
die, op de rug gezien, door een bloeiend tulpenveld rijdt (een reproductie is
te zien in het Museum van Egmond) - kan ik niet beoordelen, net zomin
als de vraag of er sprake is geweest van pure fantasie toen Hitchcock het
schilderij The Artist's Home maakte: het toont een bollenland, onmiddellijk
grenzend aan de zuidzijde van Schuylenburg, waarvan de contouren door
een bomenrij heenschemeren. Hoe het ook zij, Hitchcocks fascinatie en
zijn liefde voor de zonovergoten bollenvelden - en voor tulpen in het
bijzonder - hebben wat opgeleverd: tal van kunstwerken, een internationale
bekendheid en, niet te vergeten, een goed belegde boterham.
Zelfs de woonboot, aan boord waarvan hij in 1913 in Marken is gestorven,
droeg als naam The Tulip. Zijn Egmondse tijd, zijn zomerse schildercursus
en zijn echtscheiding behoorden toen al jaren tot het verleden. Het was stil
geworden op Schuylenburg. Het huis stond leeg, sinds het door (ex-) mrs.
Hitchcock was verlaten. Alleen Gari Meichers kwam er soms nog om te
schilderen, in de hoge voorkamer of in het atelier dat aan het woongedeelte
grensde. Van een echte 'schilderskolonie' was geen sprake meer.
Die kring van kunstenaars had zijn hoogtepunt gekend in de jaren vlak voor
en na 1900. Het was geen 'school' geweest in de trant van Barbizon of die
andere, door artiesten ontdekte dorpen. Evenmin was er een verwantschap
in stijl herkenbaar, hoogstens in de keuze van onderwerp en thematiek
('eenvoudige mensen in hun dagelijkse, landelijke omgeving'). Bovendien
kende de 'kolonie' een sterk wisselende samenstelling van, al dan niet
bevriende, schilders die tijdelijk hun intrek namen in de pensions en hotels
die - mede dankzij de opkomst van de badplaats - waren verrezen. Eén van
die gerenommeerde hotels was Zeezichtwaar de kunstenaars meer dan
eens hun verblijf en hun verteringen in natura - dat wil zeggen: in de vorm
van schilderijen op deur- en wandpanelen betaalden. (Paneelschilderijen
van onder anderen Heinrich Heimes hangen in het Museum van Egmond).
Tot de bevriende kunstbroeders van Hitchcock en Meichers, die af en toe in
36
Geestgronden, 2 (1995), nr. 2/3