een lezing te houden over Melchers' Egmondse jaren. Het was bij die
gelegenheid dat ik ter plaatse niet alleen veel schilderijen kon fotograferen,
maar ook het beeldje dat jarenlang midden in de vijver van Schuylenburg
had gestaan en dat ik herkende van de vergeelde foto's uit familie-albums.
De tweede keer was zes jaar later, nadat ik eerst de opening had mogen
bijwonen van de grote aan Melchers gewijde overzichtstentoonstelling in
het museum van St. Petersburg (Florida), een expositie die daarna vele
maanden lang op verschillende plaatsen in de Verenigde Staten is
opgesteld. Het gaf me een vreemd gevoel van opwinding en ontroering
toen ik daar, in het verre Florida, vertrouwde Egmondse plekjes te zien
kreeg, op dia's van schilderijen die vertoond werden bij de voordrachten
van Amerikaanse kunsthistorici. Tijdens die beide bezoeken kon ik ook
mijn eigen foto- en dia-arsenaal weer aardig aanvullen en vervolgens
gebruiken bij lezingen die ik af en toe in Nederland heb gehouden. Een
andere prettige bijkomstigheid was dat ik, speciaal voor het Museum van
Egmond, niet alleen de fraaie catalogus kreeg overhandigd, maar
bovendien van de directeur van Belmont de toezegging ontving dat er - ter
onderstreping van de band tussen de beide musea - een schilderskistje met
tubes en penselen van Melchers zou worden opgestuurd. Dit kistje - met op
de binnenkant van het deksel een schetsje van een Egmonds landschap, op
de achtergrond de Slotkapel - prijkt nu in één der vitrines.
Wat was het toch dat al die - beginnende en gevorderde - schilders juist
toen en juist hier in Egmond, deed neerstrijken? Om dat te begrijpen
moeten we ons allereerst realiseren dat er aan het eind van de vorige eeuw
onder kunstenaars een trend was ontstaan om zich af te keren van de wat
bombastische landschappen en historische taferelen. Er ontstond een nieuw
soort realisme - overigens gevoed door een fikse scheut romantiek! - en een
behoefte aan uitbeelding, ja zelfs verheerlijking, van gewone, eenvoudige
mensen in hun dagelijkse, veelal landelijke, omgeving. Dit ging gepaard
met de herontdekking van 'het dorp', hier en daar zelfs letterlijk. Niet voor
niets vormden zich in Duitsland, Engeland en Frankrijk 'schilderskolonies'
in tot dusver onbekende plaatsjes (denk bijvoorbeeld aan de school van
Barbizon). Dit verschijnsel deed zich ook in Nederland voor. in onder
andere Katwijk, Volendam, Domburg. Laren en Scheveningen. Op
internationaal gebied vonden contacten en uitwisselingen plaats, vaak
tijdens grote exposities als de Parijse Salon. Zo verwierven bijvoorbeeld de
schilders van de Haagse School (Israëls, Mauve, Mesdag en anderen) tot
32
Geestgronden. 2 (1995), nr. 2/3