Tijdens die oorlogsdagen voor de capitulatie werden evacués uit Loosdrecht in Egmond ondergebracht. Ze konden spoedig weer naar huis. Degenen die van sympathieën voor de Duitsers werden verdacht kwamen toen weer vrij. Zij zaten gevangen in een optrekje aan de Voorstraat nabij de Hervormde Kerk. Tot de eerste arrestanten behoorde een achttal personen die in een huisje vlakbij de door de Duitsers bezette vuurtoren naar de radio luisterden. Na een nacht op het gemeentehuis vertrokken ze de volgende dag, onder veel belangstelling en met vele blijken van medeleven, naar Amsterdam. De hoofdbewoner was precies op de dag van de arrestatie jarig. Hij kon daardoor beweren, dat de aanwezigen op verjaarsbezoek kwamen. Zij brachten het er levend vanaf. Na zes weken waren ze allen weer thuis. De secretaris van de plaatselijke afdeling van de verboden SDAP werd slachtoffer van de hardere lijn die de bezetter - na een rustige opstelling in het begin - ging volgen. Hij overleed op 33-jarige leeftijd in het concentratiekamp Neuengamme in Duitsland. Omdat de krijgskansen keerden en de vijand rekening begon te houden met een invasie, moest het merendeel van de Egmonders vóór 31 december 1942 evacueren en huis en haard verlaten. Oude mensen moesten bijvoorbeeld naar Friesland (daar liggen verschillende Egmonders begraven). Jongeren werden onder meer naar Zuidbroek en Hoogezand verwezen. Een fiks aantal Derpers heeft de oorlogstijd in Egmond aan den Hoef doorgebracht. Ambtenaren en agrariërs kregen namelijk dispensatie: ze gingen naar Heiloo en Egmond aan den Hoef. Ook van die plaatsen was de bevolking met uitzondering van genoemde groepen naar alle windstreken verspreid. Het bezit van tuingereedschap vormde een soort vrijgeleide. Het aantal agrariërs bleek in die tijd opmerkelijk te zijn toegenomen. De achterblijvenden moesten Ausweise tonen om de oversteek over de tankgracht, ten oosten van Egmond aan den Hoef en Egmond-Binnen, te mogen passeren. De leegkomende huizen werden verzegeld. Desondanks werden deze spoedig leeggehaald. De soldaten maakten hun onderkomens, bijvoorbeeld de tien woonbunkers aan de binnenkant van de zeeduinen in de Vossendal zo gezellig mogelijk met Egmondse huisraad. Niet alleen Duitsers schijnen zich echter over de spullen ontfermd te hebben Geestgronden, 2 (1995). nr. 1 5

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 1995 | | pagina 7