toegankelijk zal worden.
Maar de redactie wil nog veel meer mensen bij het tijdschrift
betrekken. Gerjan Zwaan heeft enkele publikaties over Egmond aan
Zee op zijn naam staan. Die verdienen meer bekendheid. En hoe
staat het met de kennis over de visserij, sinds het verschijnen van het
boekje De Egmondse bomschuit door de eeuwen heen van Jan
Sander en Cootje Bronner van het museum Egmond? Hoe is het de
gebroeders Kees en Rinus Blaauboer vergaan, na hun tentoonstelling
over de schilder Gerrit Halenbeek (1872-1954)?
De betekenis van Jaap Eeltinks column in het Contact met de
Egmonden voor de overlevering van het Derper dialect moet niet
onderschat worden. De redactie wil graag aandacht besteden aan zijn
resultaten op dat gebied. Hetzelfde geldt voor de verzameling Derper
uitdrukkingen en zegswijzen van Piet Dekker (van de boekhandel).
iel
Eén naam is hier nog niet genoemd. Dat is die van Jan Lute. Ook al
heeft hij niet of nauwelijks publikaties op zijn naam staan, zijn
d verdiensten voor Egmonds historie staan buiten kijf. Het zal duidelijk
zijn, dat zijn Historische Bibliotheek voor een blad als
gen Geestgronden van onschatbare waarde is.
e Ook bij Egmonders heeft het onderzoek naar de eigen familie een
n- hoge vlucht genomen. Ze komen zo op een heel praktische manier
met geschiedonderzoek in aanraking. Onmiddellijk komen daarbij de
en namen van Jos Hof en Jacob Stam in gedachten. Eerstgenoemde staat
n. zelfs als amateur-genealoog in het telefoonboek vermeld.
Andere regelmatig terugkerende onderwerpen waaraan de redactie
denkt zijn bodemvondstenzo mogelijk met de hulp van Cor Prins
van het archeologisch museumpje, monumenten (waarvoor hopelijk
ook een beroep gedaan kan worden op iemand als de gemeentelijk
it deskundige Anita van Breugel) en veldnamen. Voor het laatste
verschaffen de Historisch Kadasters van de Binnen-Egmonden en
7