dan ook voor iedere geïnteresseerde goed leesbaar te zijn. Dat
betekent in ieder geval, dat jargon en vaktermen zo veel mogelijk
vermeden of toegelicht worden.
De inhoud dient wel historisch zo verantwoord mogelijk te zijn.
Bronvermelding is daarvoor een eerste vereiste.
Foto's, kaartmateriaal en historische afbeeldingen vormen een
belangrijke, zelfstandige bron om historische informatie vast te
leggen. Ze kunnen bovendien teksten verduidelijken en
toegankelijker maken. Ze zullen ieder nummer aan de tekst
gelijkwaardige aandacht krijgen.
Voor de toegankelijkheid zal tevens per jaargang een register op
eigennamen en op topografische benamingen opgenomen worden.
Het streven is het tijdschrift vier maal per jaar te doen verschijnen.
De redactie van Geestgronden heeft zeker niet de bedoeling het wiel
opnieuw uit te vinden. Er is al heel veel werk op historisch terrein
verricht. En tot op de dag van vandaag zijn nog veel mensen met
Egmonds geschiedenis bezig. Die worden nadrukkelijk uitgenodigd
ook via dit blad hun bevindingen kenbaar te maken.
Uiteraard zal zo veel mogelijk van de resultaten van al die inspanningen
in het verleden gebruik gemaakt worden. Namen die daarbij
onmiddellijk te binnen schieten zijn die van C.W. Bruinvis, J. K. de
Cock, pater A. Beekman en pater J. Hof. Van de bekende oudgedien
den die hun sporen verdiend hebben, vertoeven J. Belonje en Th. P.
H. Wortel nog in ons midden. Waardevolle bijdragen uit het verleden
zullen in Geestgronden opnieuw voor het voetlicht gehaald worden.
Bekendheid geniet het boek Derper-Hoever-Binder van Kathinka
Lannoy en Bob Denneboom. Het uit 1969 daterende boekwerk
beleefde onlangs een herdruk. Het is een van de eerste pogingen de
geschiedenis voor een breder publiek toegankelijk te maken.
De laatste jaren heeft de historicus Jurjen Vis belangrijke arbeid op
het gebied van Egmonds geschiedschrijving verricht. We hopen, dat
zijn waardevolle werk via Geestgronden voor een groter publiek
6