allerlei geschillen over de uitvoering van het werk zijn in de archieven
vrij veel gegevens over hen bewaard gebleven. De duinmeiers
woonden aan de duinvoet en verdienden hun brood voornamelijk met
de vangst van konijnen en de verkoop van bontjes aan vachtenkopers
in de stad. Ze betaalden fikse bedragen voor de pacht. Elk had zijn
eigen zogenaamde park: stukken met natuurlijk rechte grenzen.
Het beroep ging vaak over van vader op zoon. Ook in Egmond waren
er hele generaties die het vak uitoefenden. Namen als Van Duin,
Zonneveld en Langeveld en uiteraard Duinmeijer verwijzen daar nog
naar. Korte pachtperioden van vijf of zes jaar veroorzaakten nog al
eens wisselingen van pachtgebied. De duinmeiers waren dus niet
specifiek gebonden aan Egmond. Evenals de vissers waren ze meer
op verschillende plaatsen langs de kust georiënteerd.
We laten het monumentale duinboerderijtje Berwout en het
voormalige jacht- en rusthuis Vogelwater [3] links (dus op Egmonds
grondgebied!) liggen. Rechts van ons ligt Bakkum. Dat was vroeger
een aparte banne of rechtsgebied. Het behoort nu tot de gemeente
Castricum. Waar de oudste banscheiding heeft gelopen is niet
duidelijk. Liep hier ooit ook het oude Aremerzwet en ligt dus diep
onder het zand onder onze voeten het vroegere Arem, dat aan
Bakkum grensde? We weten het niet.
We komen bij de grens van het duingebied. Daar was een van de
lijnwaad- of linnenblekerijen gevestigd. Er lagen er meer, op de
grens van de duinen en het weidegebied. Egmond had de meest
noordelijk gelegen vestigingen van deze internationaal geroemde
Haarlemmerbleek. Ze maakten gebruik van het heldere duinwater en
de wei van kazende veeboeren. De nollen, vlakkere uitlopers van de
duinen werden gebruikt als bleekvelden. Hier stond later de boerderij
Diederik [4],
We zijn op de Herenweg aangekomen. Daar heeft tot voor een tiental
jaren geleden nog een grenspaal gestaan en eerder de zogenaamde
14