We slaan linksaf en lopen zuidwaarts richting Castricum tot voorbij
het kleine strandpaviljoen van Egmond-Binnen. Even voor
strandpaal 43 nemen we de volgende strandopgang. Een toevallig
punt? Helemaal niet. Dit zuidelijkste punt van de gemeente is precies
het snijpunt van de oude hoogwaterlijn met de verbindingslijn van
twee vaste bakens, de torens van de (hervormde) kerken van
Akersloot en Limmen. Dat was de rooilijn. Hier gaan we de duinen
in. We lopen over een duinpad om op de kaarsrechte Scheilaan [2] uit
te komen. Rechte grenzen zijn meestal geen natuurlijke grenzen,
maar een menselijk produkt. Ze zijn dan het resultaat van
overeenkomsten. Dat is hier ook het geval. Het duin met als
hoofdbewoners duinkonijnen en ander wild was oorspronkelijk het
jachtdomein van de graaf van Holland en zijn vazallen. Tot de
heerlijkheden die aan de kust werden gevormd behoorde steeds een
stuk van die grafelijkheids
wildernis. Ze werden beheerd door de verschillende heren, die de
rechtsmacht uit naam van de graaf uitoefenden. Het kwam daarbij
niet op een meter meer of minder. Een eenvoudige rechte lijn
scheidde overal deze rechtsgebieden, in dit geval dat van de heer van
Egmond van dat van de heer van Bakkum.
Waarom de grens in noordoostelijke richting loopt is niet duidelijk.
Zij rooit nergens op.
De konijnen vormden een ware plaag voor de boeren in het
achterland. Ze mochten echter niet door hen bejaagd worden. Het
recht om te jagen was voorbehouden aan edellieden, die het een
geliefd tijdverdrijf vonden. De hoge heren hadden echter de lucratieve
konijnenvangst en het dagelijks toezicht over het gebied verpacht aan
duinmeiers. Een soort voorlopers van onze bekende groenpetters van
het PWN, want ze moesten tegelijk stropers en andere illegale
bezoekers weren. Dankzij de pachtcontracten en de afwikkeling van
Castricwn
13