We beginnen bij de Werf, de hoofdstrandafgang van Egmond aan
Zee. Deze karakteristieke benaming in de volksmond verdient
overigens een officiëlere status; bijvoorbeeld in de vorm van een
naambordje. We richten onze blik naar het strand en de zee.
Kilometerpaal 38 geeft de afstand aan tot het Noorderhoofd van
Huisduinen. Hoe abrupt de overgang tussen water en land hier ook
lijkt, iedereen weet langzamerhand weer, dat we bij een
verschuivende grens staan. Het ANWB-monumentenpaneel
verduidelijkt de situatie in vroeger tijd. Nadat de zee ooit de
strandwal bij Heiloo vormde trok het water zich lang geleden ver
westwaarts terug. De wind vormde een nieuwe duinenrij, maar de
nieuwe nederzettingen daarop (als Petten en Egmond aan Zee)
moesten het steeds opnieuw ontgelden toen de zeespiegel weer steeg.
Het domein van water, wind en zand werd ook de bestaansgrond
voor kustvissers, schelpenvissers, jutters en stropers. De bron van
inkomsten is nu weliswaar veranderd en het dorp landinwaarts
gedrongen, maar nog is de zee hier de echte baas.
De plaats was eeuwenlang een door hoge duinen van het binnenland
afgesloten nederzetting met slechts een smal, kronkelig zandpaadje
als verbinding met het achterland. Een situatie die veel overeenkomst
vertoonde met die van andere vissersplaatsen langs de kust. Daarmee
was geregeld contact. De zeevaart bracht menige Derper ver buiten
zijn geboorteplaats.
Via strandvondsten, strandingen en reddingen (met - om maar iets te
noemen - een gasthuis voor de drenkelingen) kwamen hier zaken en
mensen van buitenaf de geïsoleerde dorpsgemeenschap Egmond aan
Zee binnen.
Zee
12