Herinnerings
bord bij het
Botgat
Dries Blokker
Er zijn niet meer zoveel mensen die met
eigen ogen hebben gezien hoe het Botgat op
1 februari 1953 onder water stond. En veel
mensen weten niet dat dat toen gebeurd is.
Guus Zeeman opperde daarom het idee om
daar een herinneringsbord te plaatsen.
Op zondagmorgen 1 februari, nu 66 jaar geleden, waren
we al vroeg ons bed uit. We woonden toen bij de haven in
Schagen. Het was nog donker, buiten stormde het en aan
de tafel in de keuken troffen we Prins, de havenmeester aan.
De ark, waarin hij en zijn vrouw woonden, was die nacht lek
gestoten en gezonken.'s Middags nam m'n vader mijn broer
Jan en mij, we waren zes en acht jaar, in de auto mee naar
de Hondsbossche bij Petten. Er stond nog een puist wind.
Aan de zeekant waren er heel wat stenen uit de dijk gerukt
en het water was hier en daar over de dijk gegaan, maar
die had het gehouden. M'n vader merkte op: "Wat deze dijk
gekost heeft, heeft die in één nacht terugverdiend." De zee
was die nacht ook door de buitenste duinenrij van Sint
Maartenszee gebroken.
Daar gingen we niet heen, wel naar Groote Keeten waar in
het Botgat ondertussen het water gezakt was. Het had hoog
tegen de Koegraszanddijk gestaan. Maar deze doorbraak
viel in het niet bij de radioberichten die we later op de dag
uit Zeeland en Zuid-Holland hoorden.
Maarten Hollander (geboren 1946) herinnert zich de ramp
in 1953 als de dag van gisteren. Hij kon vanaf boven door
het slaapkamerraam de zee zien achter hun huis in Groote
Keeten. "Achter de woning van Rens Roos waren wat lage
duintjes en het water stond daar tot boven aan toe. Mijn
vader en andere omwonenden waren daar zakken zand
aan het neerleggen. Alles was weggespoeld. We mochten
niet naar buiten, maar konden het goed volgen. Het hele
Botgat was volgestroomd." (De Clock, september 2008,
interview door Muja Blokker)
Ook Klaas Rietvink herinnerde zich de watersnoodramp
van 1953."Omdat onze firma (Daalder) het onderhoud van
Rijkswaterstaat langs de kust had, werden wij midden in
de nacht opgeroepen om waar nodig ingezet te worden.
Allereerst moest bij het Botgat een oude duiker die onder
het buitenduin en ook onder de weg doorliep, afgestopt
worden met zandzakken. Het was namelijk mogelijk dat
de duinen aan de zeekant het zouden begeven. Dat dit
niet overbodig was bleek kort daarna toen het water door
de niet zo hoge buitenduinenrij brak en tot het duin aan
de weg kwam te staan. Ik ben ervan overtuigd dat als wij
met ons ploegje mannen, in het licht van de koplampen
in dat vreselijke weer, toen die oude duiker niet net op
tijd hadden afgedicht, de doorbraak daar onherroepelijk
was geweest. Het Koegras was dan erg nat geworden." (De
Clock, december 1996, interview Jannie Provily-Rietvink)
Na overleg met Landschap Noord-Holland werd
toestemming gegeven aan de Historische Vereniging
Callantsoog om een herinneringsbord te plaatsen op de
verdubbelde dijk boven die duiker. Maarten Kossen smeedt
het frame, en sponsort het arbeidsloon. De foto's van Cor
Klaver zijn door de familie ter beschikking gesteld, en de
tekst komt uit de Clock.
20