jSibajak
De taak was, verkennen van scheepsbewegingen rond Su
matra, onder andere rond de Mentawai eilanden ten westen
van Sumatra, standplaats Padang, elke keer voor drie weken.
Ook Sabang en Sambo voor de straat Malakka, Telok Betong
voor straat Soenda, Sedano op noord Matoena voor de Zuid
Chinese Zee en verder nog Pontianak, Banga, Biliton, Palem-
bang en hetTobameer.
"Toen op 7 december 1941 de oorlog begon met Japan
(Pearl Harbor), betekende dat heel veel vliegen, verkennen,
bommen werpen, onder andere op de invasievloot van de
jap bij Muntok. Veel mensen opgepikt uit zee, afkomstig van
het troepentransportschip S/oet van Beelen en de torpedo
jager Van Nes (een en ander wordt beschreven in het boek
Verkennen en bewaken van Nico Geldhof). Ook vrouwen en
kinderen en een oude man weggehaald uit Sintang (mid
den-Borneo aan de Kapoeasrivier). Zij verkeerden in levens
gevaar vanwege de Japanse aanvallen. Verder konvooien be
geleiden door straat Soenda met onder andere de Repulse en
de Prince of Wales en troepentransportschepen met Engelse
militairen op weg naar Singapore.
Op 1 januari 1942, 10 uur en 35 minuten gevlogen en op 2
januari 11 uur en 5 minuten. Dat betekende 's morgens om
vier uur aan boord en 's avonds om elf uur terug aan de wal,
want onderhoud, benzine en olie laden deden wij ook zelf.
24 februari was een zwarte dag voor onze beide vliegboten
toen de X-17 en de X-18 werden afgeschoten. Van de X-17
keerde niemand terug (6 man), van de X-18 kon de gehele be
manning zich zelf redden en kwam terecht bij het eiland van
de vuurtoren Noordwachter. Deze bemanning werd later met
de mijnenveger Hr. Ms. Djombang naar het marine vliegkamp
in Tandjong Priok gebracht.
Beide vliegboten moesten als verloren worden beschouwd.
De X-16 werd later vernield op 1 maart 1942 bij de hangar op
Tandjong Priok opdat deze niet in Japanse handen viel. Op dat
moment hield de G.V.T. 8 (Groep Vliegtuigen) op te bestaan."
(Dirk van Scheijen was 2e mecano Vlgm. op de X-16, red.)
Voor Dirk van Scheijen was er niets anders te doen dan af
wachten wat de oorlog met zich mee bracht. Als eerste wer
den zij naar Bandoeng geëvacueerd en te werk gesteld op
Andir bij de Militaire Luchtvaart van het KNIL, maar dat ging
niet door. Hij werd doorgestuurd met een collega naar Tji-
litjap voor de opbouw van acht Bostons bommenwerpers,
maar de jap was hen voor en gooide de zaak plat. Toch maar
weer terug naar Bandoeng waar zij werden gelegerd in de
Riouwschool.
Op 8 maart 1942 was de capitulatie. Een feit: er was nog
steeds geen jap te zien, wel werden de wapens ingeleverd.
Dat was wel snel klaar want zij hadden niets om te verdedi
gen. Na enige tijd werd het marinepersoneel naar de Kam
pementstraat vervoerd en daar achter het prikkeldraad ge-
Links Dirk van Scheijen op De Kooij samen met een
dienstmakker een Fokker CV-C aan het behandelen
In het najaar van 1939 werd Dirk van Scheijen bevorderd tot
vliegtuigmakersmaat en werd hij overgeplaatst naar Neder-
lands-lndië. De grote oversteek begon op 10 april 1940, net
voor het begin van de Tweede Wereldoorlog in Nederland.
Van Scheijen reisde per trein naar Rotterdam en verder door
naar Genua (Italië). Van daar werd de reis voortgezet met het
motorschip Sibajak naar de Oost.
Bij aankomst op 7 mei 1940 te Soerabaja werd de nieuwe
lichting ingedeeld op Marine vliegkamp Morokremban-
gang waar al de Dornier en de Catalina vliegboten opera
tioneel vlogen. Van Scheijen volgde daar zijn opleiding tot
boordmecano en schutter. Daarna werd hij geplaatst bij de
vliegschool. Eind december 1940 werd hij overgeplaatst
naar G.V.T. 8 (groep vliegtuigen 8) met standplaats Tand
jong Priok met drie vliegboten van het merk Dornier Do 24K
(de K staat voor Koloniën) te Batavia.
Zo'n Dornier was dus echt een vliegboot. De romp ziet er
uit als een boot met een grote vleugel waarop drie zwarte
Wright Cyclone R-1820 motoren, een machtige kist.