Concurrentie
Overname
74
In de beginjaren '60 werden voor het eerst de kruideniers
zaken, later de supermarkten, bevoorraad met brood, in de
dorpen verdwenen de bakkerijen. Op de drie omliggende
dorpen waren zeven bakkers, van wie de familie Molenaar in
1964 als enige over was. "Het was namelijk zo," vertelt Gerrit,
"wij waren met twee broers en mijn vader, met z'n drieën in
de bakkerij en nog eens drie knechten. Dat was te veel.Toen
ik besloot te stoppen, wilde mijn vader vanwege zijn hart
klachten de zaak verkopen. Of Otto moest er in willen. Uitein
delijk bleek de zaak onverkoopbaar, omdat je in de winter een
stil seizoen had en het in de zomer extra druk was. De kopers
wilden liever een bedrijf dat het hele jaar stabiel was. Broer
Otto heeft de zaak nog 30 jaar voortgezet, maar bezorgde
niet meer."
De Brantenaars waren goede kennissen van de familie Mo
lenaar. Gerrit: "Mijn moeder komt uit Duitsland. Zij is na de
Eerste Wereldoorlog als jong meisje naar Nederland geko
men om hier te werken. Zij is achter haar zus aangegaan,
die hier al een baan als huishoudster op Sint Maartensbrug
had. Mijn moeder kwam bij bakker Leguit in Schagen te
recht. Daar heeft ze Toon Brantenaar leren kennen, die daar
als bakkersknecht werkte. Ze hebben altijd contact gehou
den. Zo wisten wij, dat Toon en Ma in 1966 wilden stoppen
met de ijssalon." Marie vult aan:"De eerste keer, dat wij daar
voor een gesprek waren vertelde Ma, dat een bedrijf run
nen en kinderen hebben niet samen kan gaan. Ik hield mijn
buik in en durfde niet te zeggen dat ik in verwachting was."
De overname ging toch door.
Het eerste jaar, van 1 april tot 1 september betaalden ze
huur. Mevrouw Brantenaar bleef nog in het woonhuis
wonen en het gezin had alleen een woonkeuken en een
garage. Het werd een drukke tijd. In de zomer werden de
slaapkamers verhuurd voor gasten. Om half zes's morgens
begon Marie de ontbijttafels klaar te maken. Daarna moes
ten de gewassen lakens opgehangen worden aan de lijnen
achter de zaak. Mevrouw Brantenaar hielp haar door op de
kinderen te passen. Ze mocht ze altijd brengen. In oktober
van dat jaar ging Marie voor een korte tijd naar Sint Maar-
tensvlotbrug voor de geboorte van Arjen, omdat de woon
ruimte te klein was. In 1967 werd het bedrijf overgenomen.
Toen de nieuwe bovenwoning voor het echtpaar Brante
naar klaar was en zij verhuisden, werd de oude woning nog
een paar jaar verhuurd voor slapen met ontbijt. Die verdien
sten waren hard nodig, want de ijssalon bracht de eerste
jaren niet genoeg op.