Petten Huwelijk, bedrijf en gezin de zaterdagmiddag ging hij als 13/14-jarige de vaste klan ten af. Gerrit:"ln mijn tijd had je drie bakkers op Sint Maar tensbrug, eigenlijk te veel voor zo'n kleine gemeenschap. De klanten woonden verspreid. Je moest goed opletten met venten. Bij de ene klant mocht je één dag in de week ko men en bij de andere twee dagen. Als je je vergiste, was je een klant kwijt. Het had ook veel met het geloof te maken. Het merendeel katholieke klanten kocht van de katholieke bakker. Zo had ook de hervormde bakker zijn eigen klanten." Na de oorlogsjaren voetbalde de club van Petten in Sint Maartensvlotbrug. Op het veldje achter de bakkerij. Gerrit wilde ook voetballen en werd als 11 -jarige lid van Petten. Na derhand, toen Petten een voetbalveld in eigen dorp kreeg, ging Gerrit mee. De familie Molenaar was al georiënteerd op Petten, want Petten-in-opbouw had nog geen winkels. Het brood werd er gebracht door bakker Spaan uit Burgervlot brug en bakker Molenaar. De klantenkring groeide. Gerrit herinnert zich nog de strenge winter van 1946-1947. Hoe de familie met vereende krachten met de auto, geholpen door Loonbedrijf Hoogland, de Belkmerweg bereikte en hoe zijn vader vanaf daar met slee en een mand brood naar Petten liep. Gerrit mocht wachten bij een ouder echtpaar en moest elk kwartier de auto laten draaien om het bevriezen van de motor tegen te gaan. Nadat hij een paar jaar in de bakkerij had gewerkt na de ULO, kreeg Gerrit in 1956 een oproep voor de militaire dienst plicht. Een verzoek om er onder uit te komen, omdat zijn vader hartpatiënt was, werd afgewezen. Tijdens de dienst tijd diende de boekhouder van zijn vader een rekest in. Maar omdat Gerrit toen in een onderofficiersopleiding zat, moest hij zelfs 21 maanden dienen. In 1958 was er veel gebrek aan bouwvakkers. De jongens die toen in dienst zaten en aan konden tonen dat ze een baas hadden, mochten er eerder uit. Omdat zijn rekest nog liep, mocht Gerrit gelijk met die jongens weg. Hij heeft daardoor maar 15 maanden gediend. Maar hij moest zich wel melden bij de Bescherming Bevol king. Gerrit en Marie kenden elkaar al vanaf de schooljaren. Marie ging niet veel uit, want in Petten was niet veel te doen. Tij dens de Pettemer kermis werd hun vriendschap serieuzer en raakte het aan. Met haar ULO- diploma op zak volgde zij de verpleegstersopleiding in het Centraal Ziekenhuis in Alkmaar. Die duurde drie jaar, met nog negen maanden extra voor de kraamafdeling, die zij heeft afgerond. Ze woonde intern in het zusterhuis en als Gerrit haar kwam halen moest hij in de auto blijven wachten totdat zij naar buiten kwam. Ze heeft er met plezier gewerkt, maar door haar huwelijk moest ze ont slag nemen. In 1961 trouwden ze. Gerrit had ondertussen zijn bakkersdi ploma in Wageningen gehaald en werkte als vennoot samen met zijn vader en broer Otto in de bakkerij. Ze kwamen in de woning achter de winkel te wonen. Het was er krap. De ouders van Gerrit gingen naar het huis van zijn grootouders, dat naast de bakkerij stond. Vader Molenaar werkte nog in de bakkerij, maar moeder stond niet meer in de winkel. Dit werd nude taak van Marie. Voor haar huwelijk hielp zij al tijdens de zomermaanden, ze nam die rol gemakkelijk over. Eind 1961 werd hun eerst dochter Bernardine en in 1963 hun tweede dochter, Marleen, geboren. Als de winkelbel ging nam Marie één kind mee, de ander ging de box in. Omdat de behuizing voor het gezin te klein werd, wisselden ze van woning. Ze kwamen in het huis naast de bakkerij te wonen en grootou ders verhuisden naar de Zeeweg aldaar.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2018 | | pagina 15