De vuurtoren op Fort Kijkduin Kapen bij Huisduinen Kapen bij de Zanddijk 51 In 1822 werd de vuurbaak op het Kijkduin vervangen door een bakstenen vuurtoren op het in opdracht van Napoleon gebouwde Fort Kijkduin, voorzien van schietgaten. Het ontwerp was van Jacob Valk, inspecteur Maritieme Werken bij het Loodswezen. Het lichttoestel was een ijzeren raamwerk waarop 28 Engelse lamplichten waren bevestigd. Het werd geleverd door Rijksgeschutgieterij Maritz Zoon in Den Haag. Dit licht werd op 29 oktober 1822 voor het eerst ontstoken. De oude vuurbaak werd niet direct afgebroken, hij bleef nog vele jaren staan op zijn plek vlakbij de nieuwe vuurtoren, om dienst te doen als dagmerk. Pas in 1901 is hij afgebroken. In 1853 zijn de Engelse lamplichten vervangen door een vaste Fresneloptiek van de eerste grootte, met een olielamp als lichtbron. Dit nieuwe licht is op 25 september 1853 voor het eerst ontstoken. De stenen vuurtoren heeft tot 1 april 1878 dienst gedaan. Vanaf die dag heeft de gietijzeren vuurtoren Lange Jaap, bij Huisduinen, zijn functie overgenomen. De stenen vuurtoren werd op dezelfde dag bij publieke inschrijving verkocht en daarna afgebroken. Op 16 oktober 1837 vond de aanbesteding plaats van de bouw van twee houten kapen in de duinen ten westen van de stenen vuurtoren: Kaap Ruigebeen, ook wel Kleine Kaap genoemd, en de grotere Schoutenkaap. Deze kapen vormden een zichtlijn ter markering van de uiterton van de Slenk, de nu niet meer bestaande vaargeul tussen de zandbanken Noorderhaaks en Zuiderhaaks. Dit was overigens niet de eerste zichtlijn van kapen op deze plek. Ook op een kaart van de Zuiderzee van Nicolaas Witsen uit 1712 is deze zichtlijn getekend, gevormd door de Schoutenkaap en de Grote Kaap. En ook eerder zullen er kapen hebben gestaan. Kaap Ruigebeen was ook onderdeel van een andere zichtlijn. Samen met de kerktoren van Den Hoorn op Texel vormde hij een zichtlijn ter markering van de ligging van de vaargeul Schulpengat. De beide kapen zijn diverse malen vervangen, ofwel omdat ze het zelf hadden begeven of omdat ze moesten worden verplaatst, omdat de vaargeulen waren veranderd. Kaap Ruigebeen is in september 1876 afgebroken en niet meer vervangen omdat hij geen functie meer had. Waarschijnlijk is in die tijd de Slenk verdwenen en voor het Schulpengat waren inmiddels andere bakens geplaatst. In 1911 is ook de Schoutenkaap afgebroken. Het geleidelicht Schulpengat, de vuurtoren van Kijkduin en de kustwachttoren omstreeks 1939 De vaargeul van het Schulpengat werd lange tijd gemarkeerd met een reeks drijvende houten tonnen. De meest zuidelijke ton was de uiterton van het Schulpengat, ook wel de uiterton van Texel genoemd. In Berichten aan Zeevarenden werd op 27 september 1838 melding gemaakt van de oprichting van twee kapen ten zuiden van de duinen 'De Bollen' bij de Zanddijk, dienend als zichtlijn ter markering van de uiterton van het Schulpengat. Dat was op dat moment een zwarte ton met een bol als topteken. De oostelijke, hoogste kaap had een rond raamwerk. Bij de laagste, westelijke kaap was dat een vierkant. Ook hier waren dit niet de eerste kapen op deze plek. Op paskaarten van de Zuiderzee uit de zeventiende eeuw is ook al sprake van een Grote Caep bij Callantsoog en de Engelse admiraal Knight, die de Nederlandse kust rond 1800 nauwkeurig beschreef, maakte melding van 'twee bakens welke dienen tot een leidingmerk voor de uiterton van Texel'. Zeevarenden die vanaf de Noordzee het Schulpengat wilden bevaren werden in het bericht van 27 september 1838 geadviseerd de twee kapen ziend, deze in een lijn te houden en door te varen tot voorbij de uiterton, om direct daarna de 'merken'van het Schulpengat te volgen. Dat waren in die tijd Kaap Ruigebeen en de kerktoren van Den Hoorn. iXEL Jezien Mijl Z.W.t.W. ran het Kustlicht van KIJKDUIN 10' 20 tl)' 40 50' 20' 40' 50' H) 20'

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2018 | | pagina 13