'Geachte Mijnheer De Booy, (secretaris de Woord) De laatste tijd heb ik veel nagedacht over een nieuw soort Reddingboot, die van zelf weer richt, deze zou een ketelvormig model moeten hebben, in een gevaarlijke zee vanbinnen in de Boot sturen en ook een stuurinrichting aan dek. Deze boot zou een soort onderzeeboot boven water moeten zijn. Ik heb er met den Heer Wiestern over gesproken en die vindt dit geen dom idee. Hoogachting, u.d.w. M. Toxopeus. Dan naar het Nationaal Reddingmuseum Dorus Rijkers Den Helder Bij de verdere technologische ontwikkelingen zien we dat in 1886 de eerste zelfrichtende roeireddingboot bij het Nieu- wediep gestationeerd wordt. Men had een bemanning van tien roeiers, een stuurman en een voorman. De geredden werden onder de banken gelegd en moesten hun hoofd naar beneden houden want anders kregen ze een klap van de riemen van de roeiende redders. Het roeien was zwaar en vaak erg koud. De redders droegen hun gewone werkkleding (manches terbroek, visserstrui, klompen) met daarover een kapokred dingsvest. Later ging men oliejassen en zuidwesters dragen. In 1895 komt de eerste stoomreddingboot bij Hoek van Hol land te liggen met het voordeel dat men niet meer aan de riemen hoefde te zitten. Dit voordeel werd overschaduwd door de instabiliteit van het schip waardoor het risico van omslaan groot was. Toch gaat men door met verdere ontwikkelingen die ertoe leiden dat in 1907 ook de Noord haar eerste motorredding boot in gebruik neemt. Veertien jaar later zien we een op volger hiervan, de motorreddingboot Brandaris, met man en muis vergaan. Het is een jaar met veel zware stormen en noodzakelijke reddingen. Ook de stoomreddingboot van de Zuid slaat om en van de zeven bemanningsleden overleeft er maar één! De technologische ontwikkelingen en mogelijkheden blij ven de beroepsgroep bezig houden en dat leidt tot het vol gende briefje: In 1927 is de Insulinde, de eerste zelfrichtende reddingboot, een feit (nu nog te zien in het water voor het Reddingmuse um). Het begin van een heel nieuwe periode met een reeks van zelfrichtende reddingboten. In 1949, bij het 125 jarige bestaan, krijgen beide maatschap pijen het predicaat'koninklijk'en dan in 1991 zien beiden het belang van een samenbundeling van kennis, ervaring, ma terieel en reddingattitude en fuseren de Noord en de Zuid met elkaar en vormen samen de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM). Het museum werd door initiatiefnemers Piet Liefhebber, Harm Everhardus en Bauke Lunstra op 10 juli 1981 opgericht en gevestigd op de eerste verdieping boven meubelzaak Klercq in de Keizerstraat. De focus werd gericht op het red dingwezen, maar daarnaast was er ook veel ruimte voor de geschiedenis van Den Helder. In 1988 verhuisde het Reddingmuseum naar de nieuwe aan bouw van schouwburg De Kampanje aan het Bernhardplein met de mogelijkheid voor het tonen van grotere objecten zoals de havenreddingboot Twenthe en de motorstrandred- dingboot Ubbo (nog steeds te zien in het museum). De volgende expansie vond plaats in 2002, toen verhuisde het Reddingmuseum naar de voormalige motorenwerk plaats op Willemsoord. Op Willemsoord kwam de focus ge heel bij het reddingwezen te liggen. Bij de bouw van een nieuw depot zijn vele objecten weer teruggegeven aan de gemeente of op een andere manier aan belanghebbenden uitgereikt. Er is de laatste jaren ook een flinke ontwikkeling doorge maakt op het gebied van educatieve projecten. Dat werd on dersteund met de toekenning van de Kidsproof Award 2018. De voorzitter sloot met dankzegging aan Sylvia voor haar presentatie het tweede deel van de Algemene Ledenverga dering af en ondersteunde zijn woorden met een donatie voor het Reddingmuseum en een waardebon en schatkistje voor Sylvia van der Most. Callantsoog 920 De redders droegen hun gewone werkkleding (man chesterbroek, visserstrui, klompen) met daarover een kapokreddingsvest

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2018 | | pagina 22