Reserve Jezus
ZusOlga Singer
Terug op eigen bodem
34
Verkering
Trouwen voor een huis
Het werd een hele strenge winter, Arie was metselaar en
raakte in de vorstverlet. Dat vertelde ik aan de boerin.'Nou,
hij kan hier wel komen,'was haar reactie. Hij kwam met de
trein en ik ging hem in Helsingor ophalen. Daarna zouden
we samen verder met de boemeltrein. Ik stond op tijd op het
station maar al wie er uit de trein stapte: geen Arie. Ik bellen
(in een telefooncel) met de boerin.'Kom terug naar huis. Die
komt gerust nog wel opdagen.' Wat bleek nou? Hij was in
slaap gevallen! Had hij wel een gelukkie, want soms ging er
een treinstel naar de overkant, naar Zweden! De conducteur
deed een laatste controlerondje, vond de slapende passagier
en maakte hem wakker. Arie stapte uit: ook raar, geen Marijke
te zien. Hij vroeg hoe hij in Dronningsmolle kon komen, nam
het boemeltje langs de kust en arriveerde daar. Maar waar
woonde het gezin Sonne? Het dorp uitgewandeld en bij de
eerste de beste boerderij gevraagd of het daar was. 'Nee,
maar we zijn wel vrienden van hen, we brengen je wel even.'
En zo stond Arie opeens weer voor mijn neus."
"De man die Arie gebracht had, hield van jagen. Hij had zijn
laarzen na de jacht op de klep van een houtkachel gezet en
die was dichtgeklapt. Het hele huis zat vanbinnen onder het
roet en moest overnieuw in de verf gezet worden. Arie kon
mooi meehelpen met schilderen, had hij ook een bezigheid,
want ik moest natuurlijk wel geregeld werken. In het begin
konden de mannen elkaar goed verstaan, later helemaal niet
meer. Dan belde die meneer met mevrouw Sonne en legde
(natuurlijk) in het Deens uit wat er gedaan moest worden.
Vervolgens vertelde zij mij alles in het Engels en ik dan weer
aan Arie in het Nederlands. Er waren daar meer mannen aan
het klussen en schilderen. Tijdens het koffiedrinken verston
den we een keer de woorden 'reserve Jezus'. Daar bedoelden
ze Arie mee, hij droeg een baard in die tijd. Toen riep ik: 'Die
baard gaat eraf hoor, dat wil ik niet!' De boerin had mij graag
willen houden, maar ik had verkering en wilde terug naar
huis toen mijn tijd, een halfjaar, erop zat. We zijn naderhand
heel wat keren in Denemarken wezen kamperen met de kin
deren. En later Arie en ik samen in de camper."
Zij kreeg verkering met boerenzoon Henk Jonker uit Nieuwe
Niedorp. Zij emigreerden naar Canada. Hij vertrok als eerste
in 1958 en in 1959 reisde Olga hem achterna. In het begin
werkte Henk bij een andere boer, vervolgens op een pacht-
boerderij en tenslotte runde hij een eigen bedrijf. Zij kregen
twee dochters en een zoon. Ze wonen tegenwoordig in
Deroche, British Columbia en zijn inmiddels opa en oma en
hebben ook al een achterkleinkind.
Marijke: "Mijn vader en moeder vonden het fijn dat ik thuis
kwam nu mijn zus in Canada woonde. Ik kreeg werk op kan-
toorbijVTN,eenaardappelhandel in Langedijk, Noord-Schar-
woude. 'Met VTN, goedemorgen' was mijn vaste zin bij het
opnemen van de telefoon. Ik ging er op de fiets naartoe, je
deed alles op de fiets in die tijd. Ook als het regende of als er
sneeuw lag."
"Arie en ik kwamen elkaar voor het eerst tegen in danszaal
Raven in Schagen. Hij kwam uit Oudesluis, was te voetbal
len geweest en ging met de jongens stappen. Ik kwam met
mijn vriendin Renske Hoitinga uit Kolhorn gefietst, waar ik
te slapen was. Arie vroeg me ten dans en aan het eind van
de avond of hij mij naar huis mocht brengen. Maar ja, ik was
met mijn vriendin, die liet ik niet in de steek. Dus spraken
we af dat hij me een andere avond thuis op zou komen
halen. Ik had zo mijn twijfels en moest nog zien of hij echt
kwam opdagen. Maar hij kwam. In een grote 'ouwe slee'
reed hij voor. Had hij kunnen lenen van meneer Raven van
het café in Schagerbrug, zelf had hij nog geen auto. Mijn
moeder en ik gluurden door het raam.'Ja, daar komt ie. Nóh,
hij heb mooie krullen,'was haar eerste reactie. De verkering
was begonnen."
"Arie was in dienst bij een aannemer in Oudesluis, die kreeg
de opdracht om gemeentewoningen te bouwen in 't Zand.
Er werd bij gezegd dat er iemand van zijn personeel zo'n huis
toegewezen kon krijgen. Hij zei tegen Arie: 'Is dat niet wat
voor jou?'Ik was 19, dat zou trouwen worden. Zag ik dat al zit
ten? Van samenwonen was geen sprake in die tijd. Ongeveer
een jaar later was het nieuwe huis in de Pater de Witstraat
klaar. Op 6 november 1964 vond onze bruiloft plaats.