Nieuwe kansen
Einde slagerij Wit
Terug naar Callantsoog
65
Een ander geval: Op een vroege kille ochtend liep politie
agent Jongkees door het dorp. Hij had de hele nacht in de
duinen gedwaald, met zijn karabijn achter de stropers aan.
Hij was rillerig en koud en kwam bij Antoon Brantenaar, die
al vroeg aan het broodbakken was. Hij liep bij hem achter
om om zich op te warmen. Hij snoof een lekkere lucht op en
vroeg waar die vandaan kwam. Toon antwoordde: "Piet Wit
is aan het metworst koken." Metworst maak je voor de hele
week. Het blijft rauw in de koeling hangen en je kookt het
pas als je het nodig hebt. Eén maal in de week moest Piet
er vroeg uit en kookte dan tien of twaalf worsten, zoveel hij
dacht nodig te hebben. Toon zei: "We pakken wat verse ka
detjes en gaan naar Piet Wit." Kort daarna stonden de drie
mannen gezamenlijk te smullen.
Anja (links) met buurmeisje Marjo Boeder
Na een jaar in Schagen hoorde Piet dat er meer mogelijkhe
den waren bij de Hoogovens en verhuisde naar Beverwijk.
Hij deed een nieuwe opleiding en werd chemisch techni
cus. Het gezin was intussen uitgebreid met de geboortes
van Simon in 1959 en van José in 1963. Er volgde een ver
huizing naar Heerhugowaard. Bep had het goed naar haar
zin, maar Callantsoog bleef trekken. Nadat de kinderen een
eigen plek hadden gevonden en Bep opnieuw een meeuw
in haar tuin waarnam, vond ze het tijd om terug te gaan.
1956. Anja bij de garage-bunker achter de slagerij
De slagerij was slecht onderhouden en de slachtplaats was
nodig aan vernieuwing toe. Maar vader Simon wilde niet
verbouwen. Piet mopperde dat het uit de tijd was. Er was
geen riool en als er een koe geslacht werd, liep het bloed
water de tuin in. En dat veroorzaakte veel last van vliegen.
Het was een ramp om het schoon te houden. De beerput
stond los van de slachtplaats, anders liep hij zo vol. Er was
niet genoeg stroom, die nog van de elektriciteitspalen
moest komen. Omdat vader Simon bleef weigeren, dreigde
Piet te vertrekken. "Waar moetje heen?" vroeg zijn vader, "je
kunt verder niets." Een nieuwe uitdaging voor Piet, hij nam
een baan aan bij de noodslachtplaats in Schagen. Bep zag
erg tegen de verhuizing op. Zittend op een duintje wist ze,
kijkend naar een meeuw, dat het goed was. Zij hadden toen
vijfjaar in de slagerij gewoond. Na hun vertrek verkocht va
der Simon Wit de zaak.
Na Beps overlijden in 2011 is Piet in de Van Brederodestraat
blijven wonen, waar hij het goed naar zijn zin heeft.
Een woning was snel gevonden in de Van Brederodestraat.
Een grote slaapkamer beneden en alles ruim opgezet. Dit
was nodig, want Bep was slecht ter been geworden. Zij had
een spierverlamming. Toen zij in een scootmobiel terecht
kwam, ontdekte ze de hindernissen in de openbare ruim
tes. Bep nam het initiatief
om dit te onderzoeken. Er
werd een commissie inge
steld, waarvan zij de voor
zitter werd. Samen met
Piet reed ze langs scholen
en kerken om te controle
ren of het er rolstoelvrien-
delijk was. Was dit het ge
val dan werd er een Tante
Bep-sticker uitgereikt. Ze
kreeg alle medewerking
en zij bereikte ermee, dat
de instanties er meer reke
ning mee gingen houden.