"Elkaar drieënhalf jaar niet gezien"
F—P—
44
In Australië "van
alles opgepikt wat
op mijn weg kwam"
dienst doet als varende ambulance. Hij houdt dit niet lang
vol. Het uit de netten pulken van de harde, scherpe garna
len kost hem z'n handen. Zonder geld, maar met een open
ticket op zak, vliegt hij vervolgens naar Australië.
"Noodgedwongen heb ik daar alles opgepakt wat op m'n
weg kwam. Ben bouwvakker geweest, heb bomen geplant,
fruit geplukt en zelfs een restaurant gerund. Ik verkocht
agenda's, maar ook stofzuigers. Merk Rainbow, de eerste
zonder zak. En peperduur. Als je er een kocht, kreeg je een
vliegreis als bonus."
Daarnaast is er genoeg tijd om te genieten van de omge
ving. Hij ontmoet een vriendin, de Australische Leesa, en is
vaak op het water. Bij het surfen weet hij samen met een
ander een drenkeling aan wal te brengen. Mond-op-mond
beademing ten spijt - "Dan komt er van alles uit, enorm
smerig!" - overlijdt de zwemmer twee dagen later. De po
litie toont Wilfred dan een afscheidsbriefje, gevonden in de
auto: suïcide dus.
Wilfred neemt Leesa mee naar Nederland. Op station Schagen
worden ze opgewacht door vader De Wild - "We hadden el
kaar drieënhalf jaar niet gezien!" - die hen naar Callantsoog
rijdt. Ze vinden onderdak op de Zeeweg bij de familie Van der
Ploeg. "Op de hoek waar nu Jentien woont - JEN 10 volgens
het naambordje."
Na een halfjaar in Nederland eindigt de relatie met Leesa.
Wilfred gaat weer naar Bergen, woont enige tijd boven een
modezaak van Lous Haasdijk - inderdaad: de fameuze jour
naallezeres-met-bril. Even later woont hij in het strandpavil-