Naar Callantsoog Nauwelijks nog telefoon In 1949 krijgen Corry en Willem Kloosterboer een dochter: Mariska. In 1951 gevolgd door zoon Vilhelm en in 1953 door een tweede dochter: Isolde. "In datzelfde jaar, 1953 dus, be gon Willem samen met zijn oom Jan Kloosterboer in Rotter dam het koelbedrijf Vriesveem. Maar ondertussen maakten wij ons zorgen om de gezondheid van Isolde; ze wilde maar niet groeien. De dokter raadde ons daarom aan naar zee te gaan.Texel lag voor de hand - ik kwam daar immers geregeld - maar voor Willem was het woon-werkverkeereen groot ob stakel. De pont voer toen nog maar eenmaal per twee uur. Kwam je een minuutje te laat, kon je uren wachten. Dan maar op de vaste wal. Na lang zoeken werd het Callantsoog." De eerste jaren is de familie Kloosterboer - alleen tijdens de zo mermaanden - inwonend bij Piet Vos op de Dorpsweg. "In een klein kamertje plus keuken. In het eerste jaar moesten we na twee weken eigenlijk weer naar huis. Na de waters noodramp mochten Zeeuwse kinderen hier namelijk loge ren. Wij konden nog een week blijven mits een meisje dat bij Vos was ingedeeld bij Mariska op de kamer mocht slapen. Dat gebeurde ook." De vakanties worden elk jaar langer. Eerst drie, het jaar erop zes weken. In 1955 merkt Corry dat het iets beter gaat met Isolde. Ze groeit nog steeds niet, haar lijfje accepteert uitslui tend moedermelk, maar de situatie lijkt stabiel. Ze blijft daar om in Callantsoog, tot half september. Corry: "Samen met onze huisarts - dokter Schmidt uit Alkmaar, een heel betrok ken man! - hebben we nog een professor in Amsterdam ge raadpleegd, maar die kon niets afwijkends ontdekken.'Kern gezond'was zijn oordeel." Toch wil Isolde maar niet groeien. "Jaarlijks terugkerende toeristen zagen mij telkens met een klein kind; die dachten dat er wéér gezinsuitbreiding was ge weest!" Het wordt een vertrouwd gezicht in het dorp: Corry met Isolde in de kinderwagen met opvallend grote spatbor den, waarop Vilhelm kraaiend van plezier meelift. Als het ge zin tijdens een wandeling de Abbestederweg passeert, valt hun oog op het huis van de familie Ambuul. "Daar stond in de voormalige slagerswinkel een opgezet paard. Als we sinds dien daar in de buurt kwamen, moésten we er langs van mijn zoon! Later is hij ook gaan paardrijden." Begin oktober 1956 gaat Isolde snel achteruit; ze overlijdt kort daarna, op 10 oktober. "We hebben nooit geweten waardoor het kwam dat Isolde niet groeide. Wat ook zo gek is: Isolde had nooit haar eigen naam uitgesproken. Maar toen ik haar haar laatste voeding had gegeven, zei ze:'Mam, dag Sollie.'" Corry denkt met dankbaarheid terug aan het afscheid. Het lijkt of ze de herinneringen aan het kleine meisje in haar ge dachten de revue laat passeren. Om vervolgens vast te stel len: "Ja, we hebben veel plezier met Isolde gehad." Het gezin Kloosterboer wil vanwege de trieste gebeurtenissen niet meer terug in het huis aan de Dorpsweg, maar blijft ver knocht aan het dorp. Voorjaar 1957 krijgen Corry en Willem een telefoontje: er staat een huis te koop aan de Zeeweg op nummer 12. Eigenaar: Jan Vos. De koop is snel gesloten, maar het naambordje met De Wijde Bliek erop schroeft Vos van de gevel. Nieuwe naam: Maria Lecina, naar een lied in honderd verzen van J.W.F. Werumeus Buning. Corry: "Toen is voor ons het blijde leven in Callantsoog begonnen." 1959. Mariska 10 jaar) en Vilhelm Kloosterboer (8) Er valt weinig te beleven in het dorp. "In het voorjaar was niets open; je kon nergens een kop koffie drinken. We gin gen naar Schagen om te eten. De Prévinaireweg moest nog aangelegd, dat was allemaal weiland. Op de Zeeweg waren maar enkele huizen permanent bewoond. Jan Vos runde 's zomers op de hoek pension-lunchroom De Wijde Bliek en verkocht ook bier. Geen gedestilleerd, er was geen drank vergunning." Moeiteloos schetst ze de buren van die tijd. "Het pension van Vos dus, daarnaast het huis van Kuiper, de burgemeesterswoning, de Zeehut, wij Kloosterboeren, dan drie zomerhuizen, het huis van de familie Kruijer, de weduwe Bremer - 'en haar verloofde' zeiden we er altijd bij - en op de hoek de heer Onnes. Tegenover ons: twee zomerwoningen, Koen leke, het pad naar het dorp, vier of vijf zomerwoningen en die van de familie Maats. En dan, op het eind, Ab de Vroom, op het adres waar later Anke-Nel Zeeman woonde." 1961. Vilhelm op een pony

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2017 | | pagina 6