'Garnetcuul
adres op de Stolperweg achtergelaten. Mijn vader, mijn oom
en ik gingen dwars over de weilanden met een slee de tien
kilo gist ophalen. Je zag geen weg, geen sloten en het leek
of de duinen over de weg waren geschoven. Na het brood
bakken, moesten de mensen zelf hun brood ophalen. Piet
Stobbe deed nog een poging om de verre klanten te bedie
nen, maar raakte vast achter de Schinkeldijk en moest uit
gegraven worden. In dezelfde winter sprong bij de ijssalon
van Brantenaar de waterleiding en het water liep de straat
in. De Buurt liep onder water en dat werd ijs. Daarna heeft
de brandweer het hele veld ondergespoten en was er een
mooie ijsbaan. Mijn vader ging ook schaatsen en viel hard
op het ijs. Hij brak zijn pols en kon voorlopig niet bakken."
De banketbakker werkte vijf dagen in de week en tijdens het
weekend stond vader Piet zelf in de banketbakkerij. Er werd
op zondag geen brood gebakken maar wel banket. Vroeger
mocht je voor half 10 geen vers brood verkopen, 's Morgens
werd dan het brood van de vorige dag opgepiept. Het brood
werd nat gemaakt en even in de warme oven gelegd. Dat
werd voor half 10 verkocht en na half 10 kwam pas het verse
brood in de winkel. Je wilt je klanten toch helpen. Elly her
innert zich de slagroomwafels, twee grote wafels met slag
room ertussen. Die werden alleen zomers verkocht, vooral
bij de Duitse klanten waren ze zeer geliefd. Ook de kinderen
Dik waren er gek op. Toen Harry zestien was vroeg zijn vader
hem of hij de zaak wilde overnemen. Harry leerde in die tijd
voor banketbakker, maar had geen zin in de bakkerij. Vader
Piet kreeg rugklachten, hij en zijn collega Jaap Boeder waren
toen de langste mannen in het dorp. In 1966 verkocht hij de
bakkerij aan Piet van der Ploeg. De familie verhuisde naar de
Stuijvezandeweg.
De Garnekuul
In 1967 werd vader beheerder van de camping De Garnek
uul. Dat nam hij over van Jaap ter Haak. Het was een baan
voor in de zomer, maar er moest toch veel gebeuren. Er was
een kantine, een supermarkt en een hoofdgebouw, waar 's
winters de houten huisjes werden opgeslagen. De huisjes
mochten er alleen 's zomers staan. Als het hoofdgebouw
dan leeg was, werd er op de zondagochtend een kerkdienst
gehouden voor de gasten. Harry hielp mee om de klapstoe-
len klaar te zetten, 's Middags was er bingo of volleybal. Op
zaterdag was er live muziek tot 11.00 uur 's avonds. Elke keer
een andere band. Doordeweeks werden er bioscoopfilms
gedraaid. Harry vertelt over een natte zomer waarin hij met
zijn vrienden op een middag een disco organiseerde. De gas
ten vermaakten zich op de dansvloer maar de muziek werd
abrupt stopgezet, vanwege de geluidsoverlast. Elly vult aan:
"In die tijd zijn we met Miss Callantsoog-verkiezing begon
nen. Het was toch een druk leven. De hele zomer woonden
we op de camping en de gasten wisten je te vinden. Mijn
ouders hebben dit twee seizoenen gedaan."
Opening Badseizoen 1968. In de boot Gusty de Schipper en Elly Dik