At
"In totaal had hij zo'n vijftig hectare," weet Frans. "Hij runde
dat samen met drie van mijn broers.Toen ik uit dienst kwam
kon ik er ook bij, maar daar had ik geen zin in. Ik bleef wel
voor ze werken, maar begon ook voor mezelf: wortelen en
gladiolen verbouwen op land dat ik van een buurman huur
de. Want mijn motto was: M'n eerste en laatste baas is de
schoolmeester geweest, en daar bewaar ik niet al te prettige
herinneringen aan! Daarnaast ging ik loonwerken: ik kocht
een rooimachine en werkte voor derden. Die rooimachine
gebruikte ik voor mijn eigen gladiolen maar met een kleine
aanpassing was ie ook geschikt voor wortelen. Dat was nog
een hele investering: ik meen zo'n 2500 tot 3000 gulden. In
1963! De zaken gingen prima; ik had nog geen slechte oogst
meegemaakt. Ook de leveranciers hadden vertrouwen. Zo
kocht ik het afdekmateriaal, stro dus, op de pof bij de Coö
peratie, nu Weikoop."
"Ja natuurlijk was er tijd om te stappen," zegt Frans desge
vraagd."In die tijd had je toneeluitvoeringen met bal na. Dan
reden we naar Barsingerhorn, bijvoorbeeld, of naar Stroet.
Achter de meiden aan!Twee van mijn broers hadden al gauw
verkering; die trouwden ook snel."
Als loonwerker maakt Frans lange dagen. "Cor Mulder in Juli-
anadorp - van MulderTransport - verbouwde ook wortelen.
Daar stond ik van 6 uur 's morgens tot 's avonds laat op het
land: wortelen rooien. Aanvankelijk ging dat in kisten van 25,
HP*
1996. A
Frans op het strand
van Groote Keeten
30 kilo het stuk. Stel je voor: 1200 van die kisten. Eerst op het
land bij elkaar brengen, dan op karren laden, verrijden, weer
op de grond, dan op de vrachtwagen. Allemaal handmatig."
Het is boter bij de vis. "Dan zei Cor: 'Geef me je brieffie', dan
betaalde hij gelijk en dronken we een biertje bij hem thuis."
Pas later, eind jaren '60, begin '70, komen de kuubkisten.
"Dat scheelde een hoop rugklachten!"lacht Frans."De wortelen
gingen toen op een afvoerband direct de kuubkist in. Meestal
werkten we met onze vrouwen erbij: voor het selectiewerk.
Dan waren we met zo'n tien, vijftien mensen bezig. Altijd pret!
Zo hebben we ook tien hectare anemonen gerooid. Dat ging
op contractbasis; ze moesten er snel uit. De machines werden
aangepast en we hebben toen dag en nacht doorgewerkt. Ja,
met bouwlampen op de trekkers zodat we wat konden zien."
Buurmeisje Elly Stam
In 1967 trouwt Frans met Elly Stam - "mijn buurmeisje" - en
samen krijgen zij twee dochters: Monique in 1970 en Ellen in
1973. Ellen is aanvankelijk coproducent en regieassistent "bij
de televisie" maar heeft nu een praktijk voor psychotherapie in
De Pijp in Amsterdam. Monique vindt haar bestemming in de
horeca: zij is tegenwoordig eigenaar van het strandpaviljoen
in Groote Keeten én van café d'Alderliefste in Bergen. En dat is
geen toeval. "Elly en ik zijn in 1972 de Dixiebar begonnen,"zegt
Frans."Dat hebben we tien jaar gedaan. Daarna hebben we de
zaak aan verscheidene uitbaters verpacht."
Via een vof met Elly en Monique beheert Frans tussendoor nog
één jaar zelf de zaak. Daarna neemt Piet de Boer het stokje een
aantal jaren over en wordt een klein deel van het pand uitge
baat als kapperszaak, eerst door Nancy, daarna door Jolanda.
Midden jaren '90. Elly geflankeerd door dochters Monique (L) en Ellen
in de strandtent van - toen nog - Rens Roos
't Klavertje Vier
In 1991 neemt Frans de roemruchte strandtent van Rens
Roos over. Een naam is gauw gevonden: 't Klavertje Vier. Elly
krijgt de regie over de keuken en, zegt Frans, "heeft er altijd
hard gewerkt." Het is een prachtige zaak op een prachtige
plek, maar... "Elk jaar weer opbouwen en afbreken en op
slaan op de zolder van een boerderij... Of ik nog niet genoeg
gesjouwd had!" Na her en der flink wat research gedaan te
hebben, ontwerpt en bouwt Frans vervolgens zijn eigen,
nieuwe paviljoen. Een die volledig aan zijn en Elly's wensen
en ideeën voldoet. "Ik heb alle stranden afgestruind, binnen
en buiten Nederland, op zoek naar de slimste constructies.
Mét, voor het oog, een dak erop. Het uiteindelijke frame