53
Na de oorlog waren we nog in Schagerbrug op vakantie,
mijn broer Barry had van Pa een nieuwe fiets gekregen. Ik
natuurlijk jaloers. Ik heb een keer zijn fiets genomen, één
been onder de stang door en fietsen maar tot Barry kwam.
Mooi zijn fiets in de sloot vol kroos laten rollen. Hij heeft
het nooit vergeten, krijg het nog weieens te horen van hem.
Gelukkig kreeg ik op mijn 12e verjaardag ook een fiets.
Een tijdje na de oorlog hebben oom Jan en tante Aaf aan
het Dorpsplein in Callantsoog een nieuw huis laten bou
wen met werkplaats erachter. Het staat direct naast de oude
boerderij Tante Jaantje.
Naschrift van de redactie:
Jane de Wilde woont al vele jaren in Duitsland.
Hier in Nederland werd ze Coby genoemd,
in Duitsland gebruikt ze als roepnaam: Jane.
Mijn vader Piet de Wilde met Renée
Als ik alleen op vakantie kwam, sliepen wij kinderen op
zolder, 's Morgens heel vroeg op en samen naar het strand
(strandjutten), de duinen in (bramen zoeken) of naar het
sluisje om te vissen. Lekker heel de dag op blote voeten lo
pen, af en toe wel de klompen aan. Vissen bij Schagerbrug
in het Noordhollands Kanaal, vissen aan het strand of van
af de pier. Oom Jan ging op garnalen vissen naast de pier
met een soort steeknet. Levende garnalen in kokend water
en een hele berg op tafel en met zijn allen pellen. Mmmm
lekker. De vis werd gebakken in een oud strandhuisje naast
het huis. 's Avonds was het gebakken vis op tafel met alleen
brood erbij.
Maar laten we het strand niet vergeten, onze grootste
speelplaats. De grote houten trap naar beneden met daar
naast de strandtent van Jacob Vos toentertijd. De familie
iedere zomer een strandhuisje, afgedekt met een gestreept
doek, datje met twee stokken en touwen/haringen, als zon
nescherm kon opzetten.
Familie Piet de Wilde met Jan, Barry en Dick de Wilde, mijn nicht Mieke
de Geus en ikzelf op de voorgrond met handdoek. De andere namen
zijn niet bekend.
Toen al wedstrijden op het strand, zandbergen met een
vlaggetje erop en bij vloed wachten welk vlaggetje het
langste bleef staan. Wedstrijd in zandfiguren maken en met
mijn nichtjes vielen we meestal in de prijzen. Uitreiking
voor het gemeentehuis op het Dorpsplein. We waren als
strandwacht op het strand, want te dicht bij de pier is ge
vaarlijk. De golven trekken het water onderdoor weg en bij
de pier gaat het kolken, met andere woorden de zee trekt
je naar beneden. Als dat gebeurt, wachten tot je de bodem
voelt en naar opzij uit de kolk weg zwemmen naar boven.
De mensen weg van de pier verwijzen door op de toeter te
blazen (waren toen al meestal Duitsers).
's Morgens vroeg bij oostenwind de aangespoelde kwallen
in diepe putten gooien en begraven. Van bovenaf kan je die
gewoon oppakken, zodat je niet aan de tentakels komt.
Iedere zomer stond er een draaimolen met stoeltjes op het
Dorpsplein en niet te vergeten de muziektent. De Visser
man en de kleine vijver aan het begin van het Dorpsplein.
Al met al is deze tijd die ik als kind in Callantsoog heb door
gebracht met niets te vergelijken.