Jaarlijkse excursie Historische Vereniging Dymphke van der Geer Op zaterdag 30 mei verzamelden wij in de klaarstaande bus. Zo begon ik het verslag vorig jaar en ook dit jaar was dat het geval. En net als vorig jaar togen wij naar Friesland via de Afsluitdijk. Maar daar hield de overeenkomst op. Want Friesland is een grote provincie, met veel bestemmingen met een historisch tintje. Ditmaal werden wij vervoerd naar het Ot en Sien Muse um in Surhuisterveen. Een niet in het oog springend gebouw, maar helemaal gevuld met historische schatten uit de tijd dat de Ot en Sien-verhaaltjes geschreven werden. Na deze inleiding mochten we het museum in en de verschil lende ruimtes bekijken. Het wollen ondergoed (met klep) dat aan het houten droogrek hing, riep bij menig bezoeker de kriebels weer op die zulke kleding teweeg bracht. De kamer met kinderwagens uit diverse decennia was ook leuk om te zien. En de mini-huisjes waarin met grote gezinnen gewoond werd, riepen verbazing op. Verder was er nog een ruimte in gericht als dokterspraktijk, met primitieve 'apparatuur', een ziekenhuisbed en voorschriften aan de muur omtrent het be trachten van hygiene. Aan het eind was een klein snoepwin keltje, een echte, waar je snoep uit die tijd kon kopen. Het was weer een feest van herkenning. Wij kregen in de ontvangstruimte een buffetlunch geser veerd. Het was opvallend hoe snel het Friese suikerbrood tel kens op was. Buiten was het inmiddels lekker weer geworden en wachtten wij elkaar op om vervolgens weer in de bus te stappen. We werden verwelkomd door een in bijpassende kleding ge stoken dame en eerst van koffie voorzien na de lange rit. Na de koffie vertelde zij over het leven van Hendericus Scheep stra en Jan Ligthart, schrijvers van de Ot en Sien-verhaaltjes en over Cornelis Jetses, de illustrator. Jetses gebruikte zijn eigen spelende dochtertje en het buurjongetje als inspiratiebron nen voor de tekeningen. Van zijn hand zijn ook de leesplank- jes geweest met Aap, Noot, Mies en ooktalioze schoolplaten voor aan de muur in de klas werden door hem getekend. Ditmaal werden wij vervoerd naar het Douwe Egberts Muse um in Joure. Een gids nam ons mee en liet zien hoe de bo nen gebrand werden in een kleine brander. Daarna konden we zelf langs de uitstallingen van koffie, thee en tabak lopen. Jawel, Douwe Egberts verkocht vroeger ook tabak. Natuurlijk waren ook alle serviezen te zien die met de spaarpunten bij elkaar gespaard konden worden. Het geboortehuisje van Eg bert Douwes, zijn vader, is naast de koffiebranderij gezet en daaromheen staan diverse andere, monumentale gebouwen. Daarin zijn tentoonstellingen en werktuigen te zien horend bij de Friese klokkenindustrie, de kopergieterij, de zilversme derij, de bakkerij en er was ook een heuse drukkerij te bewon deren. Na dit alles bekeken te hebben, dronken we een afsluitend kopje koffie in het koffiehuis tegenover het museum. En daar na mochten we weer plaatsnemen in de bus en begon de te rugtocht naar Noord Holland. Het was weer een geslaagde excursie met mooi weer en een vrolijk gezelschap. Pouwe Egberts Echte ie^Frlcsche

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2016 | | pagina 12