Verfwinkel
De Pelikaan
Honderd
huren. Met tegenzin, want de mooiste kamers waren voor de
gasten, zelf ging het gezin achter het huis boven de werkplaats
wonen. Als de gasten vertrokken, riepen de jongens: "Hoera,
het huis is weer van ons."Zij moesten hun slaapkamer missen.
Ondanks de drukke werkzaamheden was er toch nog tijd voor
ontspanning. Jan tekende portretten en had een moestuin. Sa
men waren ze lid van de toneelvereniging 'Callantsoog', waar
Jan ook verschillende toneelstukken regisseerde. Als hoogte
punt noemt Aaf de opvoering van Op hoop van Zegen.
In de jaren vijftig werd er veel gebouwd, dus Jan kreeg het
druk met schilderen en behangen. Met knecht Piet Bakker
gingen ze er samen tegenaan. Toen Piet een andere baan
kreeg, ging Jan alleen verder. De vertegenwoordiger, die ge
regeld langs kwam met bestellingen, raadde het stel aan een
verfwinkel te beginnen. De aanloopkosten zouden worden
betaald door Flexa uit Alkmaar. De winkel kwam naast hun
huis te staan en Aaf beheerde de zaak. Het voorjaar, als ieder
een zijn huis ging opknappen, was het drukst, 's Zomers ging
de winkel 's middags tussen 1 en 5 uur dicht, want dan zat
iedereen op het strand, 's Avonds in bed lag Aaf te bedenken,
wat ze de volgende dag moest bestellen. Penselen, kwasten,
behang en kleuren verf. Dat deed ze tien jaar lang, van 1965
tot 1975. Toen Jan 65 jaar werd ging hij met pensioen en hij
vond dat Aaf ook maar moest stoppen met de zaak. Van het
lege pand werd een zomerwoning gemaakt. Cor Modder, die
toen in de gemeenteraad zat, kwam langs om te zeggen dat
ze 400,- aan de gemeente moesten betalen, omdat er een
bestemmingswijziging had plaatsgevonden. Het was nog
niet eens ingericht, alleen een paar bedden, een tafel en wat
stoelen.
Het huis de Pelikaan, aan de Zeeweg, kreeg Aaf als erfdeel van
haar vader. Haar broers kregen het timmerbedrijf, machines
en gereedschap, en Aaf dan maar de Pelikaan. Zij zucht, als
ze daarover begint, want daar heeft ze veel werk aan gehad.
De huurders van het huis hielden duiven, te veel duiven, wel
honderd. Het was er verschrikkelijk smerig. Elke week moest
Aaf erheen om de tien gulden huur op te halen. Daarvan
moest het onderhoud betaald worden en de verzekeringen.
Dus er moest geld bij. De bewoners wilden niet verhuizen,
want ze zaten nergens anders zo goedkoop. Toen het huis
uiteindelijk leeg kwam begon het gevecht tegen de duiven,
want die bleven komen. Echtgenoot Jan en zoon Dick waren
dik acht maanden bezig om alles weer op te knappen. Ver
huur aan badgasten gaf altijd meer werk dan je dacht. Het
nalopen, zaterdags de dekens naar buiten, schoonmaken, de
kens kloppen en weer naar binnen."Misschien,"zegt Aaf, "dat
ik door al dat werk en beweging nu nog fit ben."
Jan en Aaf wilden verhuizen, want de drukte op het Dorps
plein werd hun te veel. In 1985 verhuisden ze naar Groenland
4. In 1990 werd Jan ziek. Ondanks deze ziekte bleef Jan on
dernemend. Hij ging nog graag naar zijn tuintje beneden bij
de kerk. Hij werd vaker moe. Het stoeltje, dat elke keer mee
ging, hielp niet meer. Op 21 maart 1991 overleed hij. Een ver
drietige tijd voor Aaf. Vooral omdat toen ook dochter Tity ern
stig ziek werd. Zij is in 1993 overleden en is 54 jaar geworden.
In 1995 verhuisde Aaf naar Bakhuizen in Friesland, waar ze nu
al weer twintig jaar woont.
Aaf kijkt tevreden op haar leven terug. Haar honderdste ver
jaardag was één groot feest. De kinderen hadden als verras
sing voor een lang weekend een vakantieboerderij in Dren
the gehuurd. "Het waren mooie dagen, ik ben zo verwend.
De hele familie, kleinkinderen en achterkleinkinderen waren
er. Ze hebben voor me gezongen en er werden toneelstukjes
opgevoerd. Even was ik ontroerd, toen ik door m'n 13-jarige
achterkleindochter met haar mooie stem werd toegezongen.
Ik heb genoten!"