Jeugd herinneringen aan ArieThomasz 01-10-1908-17-07-1961 Erg kwetsbaar Op onze boerderij aan de Nieuweweg waren wij als kinderen in de jaren dertig van de vorige eeuw op ons zelf aangewezen. De naaste buren woonden tot op zo'n 600 tot 7800 meter afstand, dus bezoek van buiten gaf toch weer de nodige afleiding. Eén van die mensen was Arie Thomasz. Thomasz was in dienst van de P.E.N., het Provinciaal Elektriciteitsnet Noord-Holland. Hij was onder meer belast met het beheer en onderhoud van het toen nog bovengrondse net, dat daardoor nogal kwetsbaar was. Thomasz was een vriendelijke man en wanneer hij in zijn brui ne manchester dienstuniform in de buurt werkzaam was, trok hij onze belangstelling. De stroomdraden waren via zoge noemde porseleinen'potjes'aan de palen gebonden. Hij klom de palen in met van die vreemde haken aan zijn voeten en een riem om zijn middel, om reparaties te verrichten, vaak met de hulp van zijn zoon Arie. Hij kwam periodiek de meterstand opnemen en een tijdje daarna kwam hij met de (stroom-)re- kening. Dan moest er'afgerekend'worden. Juist dat trok onze aandacht, want Thomasz had geen portemonnee, maar haalde van onder zijn vest een linnen zakje, dat met een koord om zijn nek hing en open en dicht kon worden geregen en diende voor het muntgeld. Meestal waren de bedragen van de reke ningen zodanig dat er geen papiergeld aan te pas kwam. Dit linnen zakje deed ons denken aan een knikkerzak, waarin we in de knikkertijd onze knikkers, stuiters en pikkers bewaarden. Nee, dan ging het 'afrekenen' bij veehandelaar Dries Blokker iets anders. Bij hem kwam, omdat het om grotere bedragen ging, geen 'knikkerzak'tevoorschijn maar een 'boekie', een por tefeuille, die met een ketting onder zijn vest was bevestigd. ArieThomasz had het niet makkelijk. Het bovengrondse elek triciteitsnet was erg kwetsbaar, en dat gaf nogal extra werk. Vooral na een flinke storm gebeurde het wel dat een aantal elektriciteitspalen als lucifershoutjes omknakten. Er was dan veel herstelwerk te doen, waarbij behalve zijn zoon Arie extra personeel moest worden 'ingehuurd'. In de jaren dertig, plusminus 1936-37, werden polderwegen in de gemeente, die tot dan toe grindwegen waren met in het midden een zogenaamd 'paardenpadje', geasfalteerd, ideaal voor kinderen om op zo'n prachtige vlakke weg te spelen, zoals knikkeren, hinkelen, tollen enzovoorts. Autoverkeer was er nog weinig. Als de bus van Van Scheijen aan kwam, stopten we. Het gebeurde ook wel dat Arie Tho masz in zijn T-Fordje kwam aanrijden. Hij stopte dan en gaf een teken dat we rustig eerst ons spelletje konden afmaken. Een gemoedelijke man. Het moet voor hem heel naar geweest zijn toen hij in september 1944 van hogerhand de opdracht kreeg alle stroomverbindingen met de huizen af te sluiten. Niemand had nog elektriciteit waardoor men op alle mogelijke manieren moest improviseren, zoals olielampjes, kaarslicht en stroomop wekking met een oude fiets die op een standaard was gemon teerd. Tot onze verbazing merkten wij echter dat ons huis niet was afgesloten zodat wij gelukkig bij uitzondering nog stroom konden gebruiken. Een 'vergissing' of toch expres? We verden ken Arie, gezien onze goede relatie met hem, van het laatste. Naschrift van de redactie: Jaap Schilder was vorige zomer in het dorp. Hij vertelde dat hij nog een verhaal had liggen, dat nog niet in de Clock was verschenen. We beloofden het te plaatsen. Helaas heeft hij dat niet meer kunnen zien; Jaap Schilder over leed op 5 januari jl..

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2016 | | pagina 16