Schapen scheren in
Scheveningen
Storm vernielt paviljoen
Tante Jopie
9
Micha moet haar Cios-aspiraties in de
ijskast zetten. "Ik ging direct parttime
aan de slag in de strandtent, aanvanke
lijk in de keuken. Van het begin af aan
werd er uitsluitend Nederlands gespro
ken. Dat wilde ik zelf ook. Veel oefenen
natuurlijk: 'schapen scheren in Scheve-
ningen'om de harde ch-klankte leren."
Oefening baart kunst, zo blijkt. Micha
20 april 1980. De ravage na de storm.
Links Jacob Vos, rechts Nic. Smit, op de achtergrond bij het paviljoen Peter Vos
(foto Niestadt)
heeft het Nederlands snel onder de knie en vandaag de dag
is zelfs een Duits accent nauwelijks hoorbaar.
"Mijn schoonmoeder werkte in die jaren ook mee - ze zat
meestal achter de kassa - en nadat zij begin '80 stopte, kwam
ik fulltime in de zaak. Ome Koen was indertijd de vaste kel
ner op het terras. In vol ornaat, zoals het een ober betaamt:
zwarte broek, spierwit overhemd. Peter runde de zaak, Jacob
richtte zich vooral op het strand: de douche, de verhuur en
dergelijke."
Jacob Vos heeft onmiskenbaar veel kennis opgedaan van het
leven-aan-zee. Hij kent de gevaren en reageert adequaat op
naderend onheil. Badgasten die zich met pijnlijke kwallenbe-
ten melden, helpt hij doeltreffend. Micha: "Hij wist ook heel
veel, hè? En als hij vertelde, begonnen zijn ogen te glinste
ren. En het leuke is: Peter heeft dat ook."
"In april 1980 logeerden we in Alkmaar, bij de oma van Pe
ter. Op zondag 20 april werden we 's morgensvroeg uit bed
gebeld. Peter moest zo snel mogelijk terugkomen; redden
wat er nog te redden was. Het was namelijk hoog water
en er woedde een zware noordwesterstorm. Het paviljoen
van Niek Smit - nu 'De Stern', toentertijd 'de tent' genoemd
- werd helemaal verwoest. En de balken die daarbij in zee
werden gezogen, spoelden bij ons weer aan en vernielden
het terras. Het paviljoen zelf bleef redelijk intact."
Een foto in de krant van maandag na het noodweer toont het
ontredderde gezicht van Jacob Vos, kort nadat hij samen met
collega Niek Smit de schade heeft opgenomen.
Ze kan zich het interieur van het paviljoen nog goed herinne
ren. "Een ronde bar - die is nog heel lang gebleven - en een
open haard met krukjes eromheen. Prachtig! De zaak werd
toen gerund door Jacob en Dina Vos. Hun zoon Peter stond
toen achter de baren zijn broer Vincent was badmeester. Be
halve toezicht houden, inde Vincent staangeld van badgas
ten die hun eigen windscherm meebrachten; ik meen twee
gulden of twee vijftig per scherm. Dat is allemaal gestopt
toen de gemeente het toezicht overnam."
Ze schiet in de lach: "Vincent wilde best badmeester zijn,
maar dan geen klusjes daarnaast! Daar was vaak discussie
over. Overigens heeft Teun Mooij dat werk later overgeno
men, tot het dus niet meer hoefde."
Vier jaar na haar eerste kennismaking met Callantsoog, krijgt
Micha 'iets' met Peter. In het voorjaar van 1977 wordt het se
rieus. "Tot dan toe zagen we elkaar af en toe; soms in Callant
soog, soms in Oberhausen. Ik reisde met de trein; ik had nog
geen auto. Tijdens een herfstvakantie logeerde ik een paar
dagen in Alkmaar bij Tante Jopie. Tante Jopie werkte in een
strandtentje bij de trap, daar waar nu Vincents strandtent De
Toko staat. Het was ooit, in 1932, door Opa Vos gestart en
in die dagen nog een betrekkelijk kleine kraam - trapje op,
trapje af. Die tijd in Alkmaar was hartstikke leuk en heel vrij.
Daarna was ik enkele dagen bij mijn schoonouders te gast
en dat was minder leuk. Jacob en Dina Vos waren, zeg maar,
afstandelijker. Toen ik mijn school had afgemaakt, in 1978,
kocht ik nog één keer een treinkaartje naar Nederland, een
enkeltje."
Micha's oorspronkelijke toekomstplan
nen worden herzien. "Na de havo wou
ik eigenlijk Cios doen. Ik heb altijd veel
gesport: vooral hardlopen - daar was
ik een beetje verslaafd aan - en tennis
sen. Dat laatste doe ik nog steeds: we
kelijks een uurtje in de hal in Schagen
met een clubje vrouwen uit de omtrek.
Elk jaar gaan we ook samen een weekje
naar Spanje; een van hen heeft daar een
huis."