P|
moet worden gereciteerd. Het is verbazend welk literair
talent tijdens het St. Nicolaasfeest wordt onthuld.
Eén van de redenen waarom de kinderen de St. Nicolaas-
traditie willen handhaven is het feit dat het niet in conflict
is met de tijd van hun eigen Kerstfeest.
Het vieren van 'oud op nieuw' is bij ons altijd wat minder
belangrijk geweest en wordt nu niet meer door alle fami
lieleden bijgewoond. Wel houden we ons nog steeds aan
de Nederlandse traditie om oliebollen en appelflappen te
bakken - dat is een taak die ik doorgaans vervul.
Evenementen die op twee van die oudejaarsavonden
plaatsvonden zijn waard hier te worden vermeld.
Het eerste voorval was in 1966 tijdens onze eerste ou
dejaarsavond in Australië. Zoals gewoonlijk had ik mijn
deeg voor de oliebollen bereid met meel, eieren, rozijnen,
melk, citroen en specerijen. De hele avond waren er drei
gende wolken aan de lucht - net toen ik mijn deeg klaar
had begon het te hagelen. Eerst vonden we het nog leuk
toen er hagelstenen ter grootte van stuiters begonnen te
vallen, maar onze opwinding veranderde in verschrikking
toen ze zo groot als tennisballen werden. Binnen enkele
seconden waren alle ruiten aan de zuid- en oostkant van
het huis aan diggelen - overal lagen glasscherven, ook in
mijn pas gemaakte deeg.
Een paar minuten later was de bui over, maar de ver
woesting was onbeschrijflijk. Vrijwel alle bladeren waren
van de bomen en struiken gerukt, honderden ruiten wa
ren gebroken en de perspex golfplaten op het garagedak
van de buren waren in duizend flinters. Ik moest mijn kos
telijke deeg weggooien en, vanzelfsprekend, werden er
die avond geen oliebollen of appelflappen gebakken. Op
nieuwjaarsdag moest ik planken voor alle gebroken ra
men timmeren.
Het tweede voorval op oudejaarsavond was minder
schrikbarend. In 1981 vierden we het bij Hugo in zijn huis
in Hemmant. Zoals altijd maakte ik het deeg voor de olie
bollen en Hugo deed daaraan zijn bijdrage in de vorm
van eendeneieren. Toen ik het tweede ei boven de schaal
openbrak viel er in plaats van eidooier een embryo in mijn
deeg. Met walging schepte ik het slijmerige geval uit het
deeg op en, zonder te kijken of er nog leven in zat, gooide
ik het weg.
Toen ik aan Erika vertelde wat er gebeurd was haalde ze
de embryo uit de vuilnisbak. Onze dierenvriend bespeur
de een spoor van leven in het hoopje slijm, met het resul
taat dat ze zich de rest van de avond aan reddingswerk
wijdde. Tegen de tijd dat het nieuwjaar werd ingeluid had
Erika succes: de inhoud van het ei was in een levenslus
tig donzig eendje veranderd, hetgeen gewikkeld in Hugo's
wollen trui het nieuwe jaar in ging.
Er is nog een vervolg op dat verhaal. Erika nam het
eendje mee naar huis en na een paar weken volgde het
beestje haar overal. Toen het groter werd gaf ze het terug
aan Hugo, waar het bij haar broertjes en zusjes werd ge
voegd. Omdat het eendje een mens als moeder had ge
adopteerd bleef het in de buurt van Hugo en was meestal
vlak om de deur of in huis. De ironie was dat door haar
gedrag zij niet door de kraaien werd opgevreten, een lot
dat al haar broertjes en zusjes verging. Als volgroeide
eend vertoefde ze nog jaren lang op Hugo's erf.
Moeders tachtigste verjaardag, de laatste keer dat al haar kinderen en aangetrouwden bij elkaar waren.