Afleiding van onze beslommeringen Ans gaf er de voorkeur aan om in Australië Johanna te worden genoemd (Ans klinkt in het Engels als 'ants' het geen 'mieren' betekent). Johanna (zoals ik haar van nu af aan zal noemen) voelde zich hier vrijwel vanaf de eerste dag thuis. Uiteraard was het leven voor haar minder ei send dan voor mij. Hoewel ze met vier kinderen het nodi ge had te doen is er voor haar nooit de noodzaak geweest om extra geld te verdienen, hetgeen met de meeste im migrantenvrouwen wel het geval is. In Nederland was Johanna's interesse in yoga en andere oosterse filosofieën en religiën door één van onze bu ren gewekt. Ik ben zelf altijd te nuchter en te sceptisch geweest om me met religie of mystiek in te laten. Maar Johanna's interesse in yoga nam geleidelijk toe; de hoe veelheid vrije tijd die ze had zal dit waarschijnlijk hebben bevorderd. Ondanks het feit dat de bouw van ons nieuwe huis veel van mijn tijd in beslag nam, ging ik er toch af en toe met het gezin op uit. Nadat het huis was gebouwd had ik meer tijd en gelegenheid om met vrouw en kinderen naar het strand of de bossen te gaan. Onze voorkeur ging door gaans uit naar de prachtige stranden. Kort na onze aan komst gingen we al op verschillende plaatsen langs de kust kamperen. Wandelingen in de 'rainforest' waren ook altijd populair met het hele gezin. Kort nadat we ons nieuwe huis hadden betrokken kocht ik een zeilboot. De jachthaven was maar een kilometer bij ons vandaan, zodat het weinig tijd en moeite kostte om de boot vanaf de trailer in het water te deponeren. Doordat de kinderen nog klein waren pasten we alle zes in de boot. Moreton Bay is ideaal voor zeilen en ettelijke keren vaar den we naar de diverse eilanden in de baai of staken over naar Wellington Point. Maar soms kan er plotseling een krachtige wind op komen zetten, hetgeen de baai onbe trouwbaar maakt. Op een keer werd ik behoorlijk in moeilijkheden gebracht toen ik met Hugo, één van zijn vrienden en Selma uit zei len was gegaan. De jongens wilden gaan vissen in de buurt van 'St Helena', een eiland ongeveer vijf kilometer van de kust. Toen we vertrokken stond er een matige wes tenwind, maar bij aankomst op onze bestemming wak kerde de wind tot stormkracht aan. Het was een angstige gewaarwording om me met drie kinderen midden in die woelige baai te bevinden. We waren niet ver van St He lena en ik besloot daar te gaan schuilen tot de wind wat afnam. We zagen kans om veilig op het eiland te landen en een plek te vinden waar we tegen de ijzige westenwind konden schuilen en waar we onze drijfnatte kleren konden drogen. Maar toen de het tegen de avond liep stormde het nog. Intussen was het eb geworden en onze zeilboot lag hoog en droog op de wadden. In die tijd woonde een kluizenaar in een bouwvallige boer derij op St Helena. Omdat het duidelijk was dat we op het eiland moesten overnachten vroeg ik de kluizenaar of hij ons onderkomen kon verschaffen. Hij zei dat we welkom waren, maar maakte het duidelijk dat hij geen extra bed den of dekens bezat. Ten einde raad gingen we de zeilen van de boot ophalen om die als dekens te gebruiken. In tussen had de gastvrije kluizenaar een pan hutspot voor ons allemaal gemaakt. Ik zat er over in dat Johanna zich ongetwijfeld grote zor gen maakte. Later bleek het dat ze de politie had gewaar schuwd toen we tegen donker nog niet thuis waren gekomen; gelukkig wisten die haar te vertellen dat de bemanning van een voorbijgaand jacht ons op St Helena had gesignaleerd. Nadat we de koudste en meest oncomfortabele nacht hadden doorgebracht gingen we terug naar de boot. De wind was wat gaan liggen en ik besloot om naar Wel lington Point te zeilen, hetgeen de kortste afstand naar het vasteland was. Toen we halverwege waren kwam de motorboot van het radiostation 4KQ ons tegemoet - tot onze verbazing zagen we dat Johanna daar aan boord was. Het was duidelijk dat ze gekomen waren om ons te redden. Aangezien dit nu niet meer nodig was riep ik naar Johanna om ons met de auto vanaf Wellington Point af te halen. Ik was bevriend geraakt met Kamil Sladek, een collega die naar Australië was gekomen nadat hij van Tsjechoslo- wakije was uitgeweken. Op een keer had Kamil het idiote idee om een schoonheidssalon te kopen en praatte mij er in om daar ook geld in te steken. Als gevolg namen we een bescheiden zaakje over dat dicht bij het centrum van de stad in een huurpand was gevestigd. Omdat de salon erg verwaarloosd was knapten we het meteen op; daarna stelden we een jonge vrouw aan die de nodige ervaring scheen te hebben om de zaak voor ons te kun nen behartigen. Voor enkele weken liep de salon prima, maar daarna kwam de klad er in. Al gauw waren de inkomsten te ge ring om de huur van het pand en het salaris van onze zaakwaarnemer te dekken. We begonnen de jonge vrouw van stelen te verdenken en gaven haar de zak. Daarna namen we een jonge homoseksuele snuiter in dienst, die ons verzekerde dat hij nieuw leven in de zaak kon blazen. Helaas bleek het dat we van de regen in de drup waren beland. Ten einde raad verkochten we het zaakje en hadden nog geluk daarmee een kleine winst te maken. De koper was een vrouw die de zaak zelf ging behartigen. Klaarblijkelijk kon ook zij er geen brood mee verdienen, want een paar maanden later was de salon verdwenen en een 'Te Huur'- bord was voor het raam van het pand tentoongesteld. (wordt vervolgd)

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2015 | | pagina 17