Ons eerste nieuwe huis in Alastair Street. Een hoek van het oude huis is links nog net zichtbaar.
De architect 'Second-in-Charge' verliet onze tekenkamer
ongeveer een half jaar na mijn promotie. Naast de Senior
Architect was ik nu de enige architect op onze afdeling
en als zodanig werd ik als 'Second in Charge' benoemd.
Deze belangrijke stap voorwaarts bracht me vrijwel op
hetzelfde niveau van senioriteit als bij Jan de Groot. Maar
wat salaris betreft was ik veel beter af.
De bouw van ons eerste nieuwe huis
Terwijl ik herstellende was van de geelzucht had ik een
overvloed van tijd om plannen voor de verbetering van
onze huisvesting te maken. Na veel wikken en wegen be
sloot ik het oude huis te handhaven en op het vrije stuk
grond ernaast een nieuwe woning te bouwen.
In april 1967 begon ik met de bouw. Gezien ik nog maar
pas van mijn ziekte was hersteld nam ik nogal wat hooi
op mijn vork. Tevoren had ik de tekeningen gemaakt,
bouwvergunning aangevraagd en een lening van de bank
verkregen. Ik had een betrekkelijk klein huis ontworpen,
zodat de kosten niet te hoog zouden zijn en ik het meeste
werk zelf uit kon voeren.
Het bouwen van mijn eigen huis gaf me enorme voldoe
ning. Ik werd volledig door het werk in beslag genomen
en besteedde bijna al mijn weekenden en veel avonden
met de bouw. Helaas waren de kinderen nog te jong om
me te helpen.
ik deed zelf het graafwerk met de schep. Zoiets was in
de zachte Nederlandse grond nooit een probleem, maar
achteraf gezien was het in de harde steenachtige grond in
Lota volkomen gekkenwerk. Ik had best een graafmachi
ne kunnen huren die het werk in een paar uur had kunnen
doen - met de hand betekende het twee weken zwoegen
met m'n nog slappe lichaamsconditie. Met het betonwerk
was ik niet veel wijzer. In plaats van 'ready-mix' te laten
komen kocht ik zand, grind en cement en mengde het
zelf.
Intussen waren we bevriend geraakt met Kees en Ma
rianne, een jong Nederlands stel dat dicht in de buurt
woonde. In zijn vrije tijd hielp Kees me met het metsel
werk en het op hun plaats brengen van de zwaardere
bouwonderdelen.
In juni 1968 konden we onze nieuwe woning betrekken.
Het was een houten huis met op de woonverdieping drie
slaapkamers, een woon-eetkamer met open keuken en
een badkamer met wc. Omdat het tegen een helling was
gebouwd was er ruimte beneden voor een garage, een
vierde slaapkamer, een wasruimte en een overdekte
speelruimte. Achter het huis zou er een geplaveide patio
komen, hetgeen ten tijde van onze intrek nog niet klaar
was. Ook moest er nog een scheidingsmuur met pergola
worden gebouwd en de tuin worden aangelegd. Maar dat
bijkomstige werk was niet dringend meer - de bedoeling
was dat ik het na de verhuizing wat rustiger aan zou kun
nen gaan doen.
Het overbrengen van onze spullen vanuit het oude huis
naar het nieuwe was een heel evenement. Toen we het
oude huis eenmaal hadden verlaten konden we het ver
huren, hetgeen wat aan mijn inkomen bijdroeg.
Vaders dood
De blijdschap over onze verbeterde behuizing werd he
laas overschaduwd door zorgelijke berichten uit Neder
land. De mededeling dat vader ernstig ziek was, ontvin
gen wij juist ten tijde van onze verhuizing. Aanvankelijk
53