Leo Bromlewe: verteller en schrijver den om met arische vrouwen om te gaan. Zo maakten op 17 september 1943 een vijftal militairen van het Tur- kestanisches Infanterie-Bataillon 787 zich in Julianadorp schuldig aan de beroving van een familie, gevolgd door een zeer ernstig zedendelict. Dit alles onder dreiging van een pistool en geweren. De vijf daders werden na twee dagen opgepakt en tijdens een kort proces voor een, in opdracht van het General Kommando van de Wehr- macht geformeerde krijgsraad ter dood veroordeeld. De executie vond plaats in de ochtenduren van 14 oktober 1943 waarna zij onmiddellijk geheel ontkleed en ongekist werden begraven op een afgescheiden gedeelte van de begraafplaats in Huisduinen. Hierbij ging het om Rachmet Chalikow, 24 jaar oud, Mukasch Saginbaew, 24 jaar oud, Chalge Matzakow, 28 jaar oud, Berdi Kotschmuratow, 27 jaar oud, en Asangali Umursakow, 23 jaar oud. Meer dan 4000 kilometer van huis kwam er een einde aan hun le ven. In de begraafplaatsadministratie werd door de Duit sers expliciet vermeld: Standrechtlich erschossen. Op 30 juni 1949 werden hun stoffelijke resten herbegraven op het Russische ereveld van de gemeentelijke begraaf plaats Rusthof in Oud-Leusden (Amersfoort). Dit schoot de Sovjetregering kennelijk in het verkeerde keelgat want na protest werden zij in november 1949 alsnog bijgezet op de Duitse militaire begraafplaats in Ysselsteyn (Ven- ray). In de optiek van de Sovjetregering ging het immers om collaborateurs. Naar aanleiding van dit zedendelict werd er in Huize Buiten zorg aan de Stolperweg 31 een "Puff" (Wehrmachtbordeel) voor de Turkestanen ingericht. In 1912 was Huize Buitenzorg als tehuis voor ouden van dagen geopend. In september 1979 brandde het af waarna het werd gesloopt. Op dezelfde locatie staat nu het appartementencomplex genaamd Zwanenwater. (foto via Jan van Tongeren) (Wordt vervolgd) Leo Bromlewe, geboren te Den Helder op 3 augus tus 1924, evacueerde in 1940 met zijn familie naar de Noordschinkeldijk in Callantsoog. Hij werd te werk ge steld in Duitsland maar bleef daar niet lang. Twee maal ontsnapte hij maar werd aangehouden. Als hij dat nog een keer waagde zou hij de kogel krijgen. Maar Leo was niet te houden. De derde keer lukte het hem en een paar kameraden en hij kwam terug in Callantsoog. Daar sloot hij zich aan bij de plaatselijke verzetsgroep. Hij diende van '46 tot '49 op West-Java, lag na een ernstig ongeluk weken in het ziekenhuis maar herstel de. Teruggekeerd naar Nederland hield hij een sterke band met de kameraden van zijn peloton die het over leefd hadden. In 1950 trouwde hij met zijn verloofde, Jannie Vries man. Hij kreeg werk bij de Shell, verhuisde van Schiedam naar Spijkenisse. Ze kregen twee dochters en een zoon. Na het overlijden van hun zoon wilden ze weg uit Spijkenisse. Zo kwamen de Bromlewes na Leo's pensioen weer in Callantsoog te wonen. Leo was in 1990 een van de oprichters van het 4 Mei Comité Callantsoog. In 1995 kwam ik hem bij de her denking tegen. Later ook bij reünies van het voormalig verzet Callantsoog-Zijpe. Overleed er iemand van de groep, dan was het Leo die zijn of haar activiteiten in de oorlog memoreerde. Leo vond het van groot belang dat latere generaties zouden weten waarvoor zij gestreden hadden. Vele keren vertelde hij daarover op de scholen. Op het In ternet, onder NPS De oorlog/Aflevering 8/Leo Bromle we kun je hem aan het woord horen. Ook in de Clock stond een aantal artikelen van hem. Bij de vijfjaarlijkse herdenking in 2005 in de kerk van Callantsoog ontving hij van burgemeester A.M. van Apeldoorn-Pruijt het ereburgerschap van de Zijpe. De laatste jaren ging het hem lichamelijk minder en zagen we hem niet veel meer in het dorp. In maart vierden Jannie en hij hun 65-jarig huwelijk en twee weken daarna, op 4 april jl., overleed hij. Het laatste lid van de verzetsgroep Zijpe-Callantsoog is heengegaan maar wie schrijft die blijft en het gedenken gaat door. Zijn dochter Annemarie heeft het voorzitterschap van het 4 Mei Comité overgenomen. Dries Blokker 33

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2015 | | pagina 15