rt van
Via ons lid Jan Kranenburg uit Elburg kwam de redactie in het bezit van onderstaand artikel
over Geert van Wou, de man die ook de eeuwenoude klok van Callantsoog heeft gegoten.
Het is opgenomen in de Canon van Overijssel. We hebben toestemming om het te plaatsen,
waarvoor onze dank. Het is interessant om wat meer te weten te komen van de klokkengie
ter, die als magistraal bekend stond. We geven deze informatie daarom graag aan u door.
Heffe Meijering
Inleiding
Misschien heeft Thea Beekman in haar Hasse Simonsz-
dochter wel het mooiste verhaal over Geert van Wou ver
teld. In dit historische, maar spannende jeugdboek, gaat
klokkengieter Geert van Wou in opdracht van het Kamper
stadsbestuur naar Amsterdam om klokkenbrons te kopen.
Omdat Van Wou een hekel aan varen had, meed hij de
Zuiderzee en reisde hij met paard en wagen. Het reisge
zelschap wordt achter Elburg door roofridders overvallen
en gevangen genomen. Het stadsbestuur van Kampen is
zeer verbolgen. Waarom? Omdat ze hun geld kwijt zijn?
Of omdat Van Wou nu de gewenste klokken niet zou kun
nen gieten?
Van Wou: 1450-1480
Geert van Wou werd rond 1450 in Nijmegen geboren als
zoon van klokkengieter Willem van Wou. Hoewel hij het
vak bij zijn vader had geleerd, ging hij ook naar goed Mid
deleeuws gebruik bij een andere vakman in de leer. Die
vond hij in Willem Hoernken in Den Bosch. Toen deze
klokkengieter overleed, zocht zijn weduwe een bedrijfs
leider tot de tijd dat een van haar tien kinderen de gieterij
zou kunnen overnemen. Voor de jonge Van Wou was dit
een uitdaging. Toch heeft hij het bedrijf niet tot bloei kun
nen brengen. Concurrentie van de Bossche gieter Moer
heeft hierbij een rol gespeeld. Ook begonnen gieters uit
de zuidelijke Nederlanden spelers op de klokkenmarkt te
worden.
In 1480 vertrok Geert van Wou naar Kampen om aldaar
emplooi te zoeken. Waarom naar Kampen? In die tijd
bevonden zich in de IJsselsteden geen klokkengieters
van belang. Ook in de noordelijke gewesten waren geen
bronsgieters gevestigd. Hoewel de bloeitijd van Kampen
feitelijk voorbij was, bestond er nog wel een levendige
handel. Schepen uit Vlaanderen, de Rijnstreek en het
Oostzeegebied wisten met hun vracht nog altijd moei
teloos de IJsselkade van Kampen te vinden. Daarnaast
waren weliswaar de St Nicolaaskerk en de Onze-Lieve-
Vrouwekerk zojuist voltooid, maar ze misten nog steeds
een gelui. Maar minstens zo belangrijk was, dat elke klok
kengieter ook kanonnen ('bussen') kon gieten! En hoewel
het in deze streek rustig was - in tegenstelling tot Gelre -,
hier zou ook de oorlog kunnen toeslaan. Vast en zeker dat
daarom de schepenen van onze stad er alleszins belang
bij hadden, dat ze over een bekwame bussengieter zou
den kunnen beschikken. Toen Van Wou in 1480 in Kam
pen aankwam, moet hij de herstelwerkzaamheden van
muren en poorten hebben waargenomen.
De klok in de toren van Callantsoog
2