Huisje Piggelmee
Keurig netjes
Woning bij De Seinpost met Nellie Thomasz geflankeerd door haar opa en opoe Thomasz.
Man rechts is onbekend.
Het buurtje in de duinen
omstreeks 1936.
Annie Schouten (zus van
Arie) poseert voor café
Rust Wat.
Daarachter het huis van
Anna en Willem Schouten.
Links boven de woning van
opa en opoe Schouten.
was eerst J. Koster en daarna diens opvolger Dirk Bree-
baart. Moeder liep dagelijks van de hoeve naar de ambts
woning aan de Zeeweg. Heen en terug op het zandpaadje
langs de spoorlijn die er toen liep. Toen Koster burge
meester van Winkel werd, kregen enkele dienstmeisjes
de mogelijkheid daar naartoe te verkassen. Mijn moeder
heeft dat niet gedaan. Zij trouwde in 1928 met de man die
mijn vader zou worden, Willem Schouten. Vermoedelijk
had zij al verkering met hem toen zij mee naar Winkel
kon."
Hoe Anna en Willem elkaar ontmoet hebben, laat zich
makkelijk raden. "Mijn vader was oorspronkelijk timmer
man, maar is vrijwel altijd melkrijder geweest voor Hol-
landia in 't Zand. Zijn gebied strekte van Koegras tot een
deel van Callantsoog. Hij heeft dat dik dertig jaar gedaan,
tot zijn plotselinge dood in 1963, 56 jaar oud."
De familie van Willem Schouten woonde op het buurtje
aan de duinkant in het toentertijd noordelijkste deel van
Callantsoog, even voorbij Huisje Piggelmee, het geboor
tehuis van opa Hendrik Schouten (1883-1962).
Vóór de gemeentelijke herindeling behoorde dit gebied,
inclusief het buurtschap Koegras, nog tot Callantsoog.
Daarna, eind jaren '60, begin jaren '70, ging het hele ge
bied boven de Callantsogervaart over naar Den Helder.
Anna en Willem Schouten bouwden in het buurtje aan de
Duinweg een eigen huis naast de woning van Willems ou
ders. Aan de andere kant grensde het aan café Rust Wat.
"Opa Schouten," legt kleinzoon Arie uit, "hield koeien op
het stuk land dat toebehoorde aan zijn schoonvader,
overgrootvader Snel. Op dat terrein zijn Maria en ik later
camping De Zwaluw begonnen."
Anna en Willem Schouten kregen behalve Arie nog drie
kinderen: Hendrik (1929), Annie (1932) en de laatste, Pim
(1946), die op jonge leeftijd verongelukte.
In de Afrika Hoeve, intussen, hebben begin jaren '30 opoe
en opa Thomasz de koeien verkocht en hun spullen ge
pakt om samen met kleindochter Nellie te verhuizen rich
ting De Seinpost. Daar betrekken zij een woning naast
politieman Koelemeij.
Arie: 'Als wij daar als kinderen te gast waren, wat heel
fijn was, dan gedroegen wij ons keurig netjes, want po
litie Koelemeij, daar hadden wij écht respect voor! Aan
de straatkant stond een Texaco-benzinepomp, nog met
handbediening. Achter het huis was een flinke werkplaats
waar opa fietsen repareerde. Uniek was dat opoe Tho
masz in die tijd elektrisch kookte; vermoedelijk doordat
opa bij de P.E.N. werkte. Hij deelde de werkplaats overi
gens met Anton de Wit, de man van Tante Jaantje. De Wit
was loodgieter en had zelf geen werkruimte."
47