Een bar verhaal Oj die moeilijke taal! Schrijver onbekend Een aantal van u zal de jongens van Bakker, woonachtig in de Schoolstraat, nog wel gekend hebben. Drie ongetrouwde broers, Jaap, Jan en Henk. Henk was de levenslustigste en een enthousiast lid van de fanfare, waar hij de tuba bespeelde. Ook later in de Boerenkapel was Henk altijd duidelijk aanwezig. Hij hield van de gezelligheid en was nooit de eerste die opstapte na een vergadering of bijeenkomst. Toen hij op een morgen met een danig gehavend gezicht door het dorp liep, was z'n verklaring: "We hadden guster- evend oefenen van de fanfare en dat werd nogal laat en toen ik thuis kwam met die tuba om m'n nek, ben ik struf- felt en in de roos vallen!" Henk was graag aan het woord. Als hij op het spreekuur van de dokter was, dan ging hij na het consult van de dok ter weer in de wachtkamer zitten, om het gesprek voort te zetten. Om bij de dokter te blijven, Henk kreeg last van de 'oude- mannenkwaal' en werd daar uiteindelijk aan 'geholpen'. De genezing verliep gelukkig voorspoedig en na thuiskomst uit het ziekenhuis kon Henk na een week zelfs weer deel nemen aan de uitvoering van de fanfare. Charivarius Het meervoud van slot is sloten, Maar toch is het meervoud van pot geen poten. Evenzo zegt men één vat en twee vaten, Maar zal men zeggen: één kat en twee katen..? Wie gisteren ging vliegen, zegt heden: ik vloog. Dus zegt u misschien ook van wiegen: ik woog? Neen, pardon, want ik woog, is afkomstig van wegen. Maar... is nu: ik voog, een vervoeging van vegen? En dan het woord zoeken, vervoegt men: ik zocht. En dus hoort bij vloeken misschien ook: ik vlocht? Alweer mis: want dit woord is afkomstig van vlechten. Maar, ik hocht is geen vervoeging van hechten... Bij roepen hoort: riep, bij snoepen geen sniep. Bij lopen hoort: liep, bij kopen geen kiep. En evenmin hoort er bij slopen: ik sliep. Want dit is afkomstig van het woord slapen. Maar zeg nu weer niet: ik riep, bij het woord rapen. Van raden komt ried; maar van baden geen bied. Dit komt van bieden (ik hoop dat u het ziet). Ook komt hiervan bood, maar van wieden... geen wood. U ziet de verwarring is akelig groot. Nog talloos veel voorbeelden kan ik u geven. Want gaf hoort bij geven, en laf niet bij leven... Men spreekt van: wij drinken, wij hebben gedronken. Maar niet bij hinken van: wij hebben gehonken. 't Is: ik weet en ik wist, Maar schrijft u niet bij vergeten: vergist. Bij het volgende is het bijna te bont, Want bij slaan hoort: ik sloeg, niet ik sling of ik slond. Bij gaan hoort: ik ging, niet ik goeng of ik gond. Een mannetjeskat noemt men een kater. Maar een mannetjesrat noemt men geen rater. Zo heeft het Nederlands verschillende kwalen, Niettemin, is en blijft het de taal der talen! Overgenomen uit Samen Sterk, bewonersblad van Woonzorggroep Samen De maandag daarop, Henk was werkzaam bij de ge meente, was hij even op het gemeentehuis en ontmoette de burgemeester (Correljé). Deze sprak z'n voldoening uit over Henk z'n vlotte genezing en dat hij op de uitvoering zo goed had ge speeld. Waarop Henk ant woordde: "Ik blies, maar ik pieste gelaik in m'n broek, burgemeester!"

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2014 | | pagina 19