Doorgaan Eten Thuishaalders Commissies om de sergeant in te lichten, kwam het brood toch terug. De Mongoolse soldaten waren erg brutaal. Ze liepen vaak zomaar naar binnen en bleven dan een tijd lang in de kamer zitten. Ze hebben ook eens fietsen opgehaald. Pa had behalve twee fietsen in het hooi nog een fiets naast het hooi staan, die voor alles en door iedereen gebruikt werd. De fiets had een goede band en een surrogaat band. Een Duitser die bandenpech had, wilde die fiets meenemen, waarop pa zei, dat hij de fiets mocht hebben, maar dan de andere fiets moest laten staan. Het was een goede ruil, want deze had betere banden dan de vorige. Alles moest doorgaan in oorlogstijd. Pa verhandelde jong vee. Hij zal wat keren met de dieren langs de weg gelopen hebben naar De Weere. Auto's waren er niet in die tijd. Hij had vier bunder land erbij gehuurd aan de Nollenweg. Als de koeien het land in gingen, brachten wij ze, twin tig stuks, over de weg erheen. Op dat weiland moesten ze tweemaal per dag met de hand gemolken worden. Wij gingen er met de melkbussen en de teems (zeef) op de dresseerkar heen. De kar was een tweewielige wagen met aan elke kant een zitplaats voor twee personen. De bussen werden in het midden gezet, dan konden wij ook meerijden. Je moest je goed vast houden, er was nog geen asfalt maar wel een paardenpadje. Later kwamen jongere koeien op het land; die hoefden niet gemolken te worden. hadden we niets in te brengen. Uiteindelijk is het er niet van gekomen, maar we bleven wel met de gaten zitten. Achter de boerderij in het land hadden de Duitsers palen neergezet met draden gespannen tegen het landen van vliegtuigen. Na de oorlog hebben we ze eraf gehaald en gebruikt als brandhout. In en na de oorlog hebben we veel kinderen thuis gehad, die moesten aankomen. Meestal voor zes weken. Het ging van de kerk uit. Voornamelijk kinderen uit Amster dam, maar we kregen ze ook uit Oostenrijk en Duitsland. Die uit Duitsland bleven voor drie maanden. Deze kinde ren hadden het minst. Er kwam eens een meisje van zes jaar zonder jas. Ik weet nog, dat ik door mijn moeder op pad gestuurd werd om voor haar een jas te kopen. Moe schaamde zich om haar zo mee te nemen naar de kerk. Heel bijzonder, hoe deze kinderen snel gewend raakten en geen moeite met de taal hadden. Sommigen hielden na verblijf contact met de familie en kwamen zelfs na ja ren nog eens terug naar de boerderij. De boerderij die niet meer dezelfde was, want er werd wel eens wat gemoder niseerd. Voor het houten hokje buiten kwam een nieuw toilet met douche in de stal. Naast de woonkamer kreeg moeder een aparte keuken dat een hoop geloop door de koeiengang scheelde. Pa was er niet zo blij mee, want hij moest tweeënhalf stalletje (plaats voor vijf koeien) opof feren. Als we aan het dorsen geweest waren, kwamen er men sen aan de deur voor graan. Mijn vader moest graan le veren voor de Duitsers, daar had hij weinig zin in. Maar ze hielden je in de gaten. Wij hadden achter in de stal een bedstee en soms gooide pa daar een zak graan achter in. De mensen mochten bij de koestal naar binnen, waar ze een grote volle schep kregen, en moesten langs de dors aan de andere kant weer naar buiten. Anders kwamen ze twee keer. Wij hebben het niet slecht gehad in de oorlog. We hadden brood, melk, boter, kaas en aard appelen en groente in de moestuin. Aan het einde van de oor log hebben de Duitsers nog twee gaten in ons rie ten dak gemaakt. Eén aan de voorkant en één aan de achterkant, richting Cal- lantsoog Ze moesten kun nen schieten vanuit ons huis. Op zolder stond een tafel onder het gat, waarop de mitrailleur moest staan. En hoewel pa zei, dat ze niet meer zouden winnen, Vader Van Diepen uiterst links op de foto. Pa zat in veel commissies. In het armenbestuur in 't Zand maar ook in Callantsoog. Wij woonden net op de grens en vielen onder de gemeente Callantsoog. Zo zat hij ook in de woningcommissie en in het schoolbestuur. Bijna alle avonden was hij op de fiets naar een vergadering. Moe vond dat niet zo leuk en was vaak bang. De boerderij stond toch wel afgelegen. Ze liep vaak naar de achterdeur en zodra ze een lichtje aan zag komen, was ze gerust. 56

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2014 | | pagina 16